In het seizoen 2023 zijn er zes Sprints en de kans is groot dat dit aantal de komende jaren toeneemt. Sprint is een blijvertje in de
Formule 1. Deze miniraces - een derde van de Grand Prix-afstand - krijgen zo een steeds belangrijkere rol in het wereldkampioenschap
Formule 1. Goede of slechte resultaten in Sprints kunnen een seizoen maken of breken, wat de vraag oproept of het niet beter is een apart Sprint-kampioenschap op te richten. Wij leggen dit graag aan de lezers van
GPblog voor:
‘Er moet een losstaand Sprint-kampioenschap komen’.De Formule 1 was in een bepaald opzicht altijd een traditionele sport: de coureur die gedurende het seizoen de meeste punten behaalde tijdens de Grands Prix, die mocht zich aan het einde van het jaar wereldkampioen noemen. In de praktijk is het tegenwoordig mogelijk om de meeste punten van iedereen op zondag te pakken, maar tóch geen WK-titel bij te kunnen schrijven. Als er inderdaad de komende seizoenen meer Sprints komen, dan is de kans daarom verder vergroot.
In andere sporten meer kampioenschappen
Commentator David Croft liet bij Sky Sports optekenen dat de Formule 1 wat hem betreft moet kiezen voor een apart kampioenschap van Sprints. Hij refereerde daarbij aan bijvoorbeeld de in Engeland populaire sport cricket, dat T20, ODI’s en Test matches heeft. De spelregels zijn telkens hetzelfde, maar het zijn drie verschillende disciplines. En op elke discipline kan een team de beste zijn. Bovendien, zo stelde Croft, is een apart Sprint-kampioenschap qua marketing een prima zet - want meer aandacht.
Tegenstanders zullen wellicht beargumenteren dat een aparte Sprint-titelstrijd (en mogelijk een andere eindwinnaar) afbreuk doet aan het wereldkampioenschap Formule 1. Tenslotte is er nu één kampioen, de beste in de Formule 1. Als Verstappen in 2024 zijn vierde titel pakt, moet hij die titel dan wellicht delen met een
Lando Norris, die de beste was in de Sprints? Kortom, er zijn nog wel wat haken en ogen. Wat vind jij? Reageer op onze stelling:
‘Er moet een losstaand Sprint-kampioenschap komen’.