Wolff over leiderschap: 'Maak gebruik van de 'geen schuldcultuur'
Er zijn verschillende manieren om een Formule 1-team te leiden. De manier van Toto Wolff om het team van Mercedes te leiden is door gebruik te maken van de ‘geen schuldcultuur’.
Sinds 2013 is Toto Wolff al teambaas bij het team van Mercedes. Onder hem heeft het team zeven coureurskampioenschappen behaald en acht constructeurskampioenschappen. De leiderschapsmanier van Wolff is door niemand de schuld van fouten die gemaakt worden te geven. Uiteindelijk is hij de eindverantwoordelijke.
De manier van leiderschap van Toto Wolff
''Als er een probleem is, is het in principe mijn fout. Als een monteur faalt, is dat zelden een menselijke fout. Soms was de opleiding van de monteur over hoe het gereedschap in te zetten niet goed genoeg. Mijn fout. Als de wielgun niet goed genoeg is, mijn fout. Als er iets niet goed is in de coördinatie, is dat fundamenteel ook mijn probleem, want we stellen het team samen om dit zo goed mogelijk te doen en we geven het probleem de schuld en niet de persoon’’, vertelt Wolff aan Sky Sports. ''Omdat je (anders) een omgeving creëert waar angst heerst en in angst durven mensen zich niet uit te spreken of durven ze niet te wijzen op dingen die niet goed zijn, dus je moet ze toestaan zich uit te spreken.’’
Het is voor de Oostenrijkse investeerder belangrijk dat er een eenheid blijft in het team. ''Ik heb nooit toegestaan dat de garage in twee teams werd opgesplitst. Het is dus één team, twee coureurs. Ze delen de doelstellingen om voor het team te werken, maar we erkennen ook dat ze hun eigen doelstellingen hebben. Ze willen het wereldkampioenschap voor coureurs winnen, hun teamgenoot verslaan.’’
De geen verwijtcultuur is een instelling die Wolff ook van zijn coureurs verwacht. ''Ik denk allereerst, en dit is de karaktereigenschap van de grote kampioenen, dat ze eerst naar zichzelf kijken. Waar heb ik het fout gedaan? Reed ik goed? Als het team een fout heeft gemaakt, dan zal er een gesprek zijn over hoe we het de volgende keer beter kunnen doen. Ik zou nooit een coureur de schuld geven. Ik heb altijd geprobeerd om mijn arm om hem heen te slaan als de coureur het fout deed. En op dezelfde manier kan de coureur, als hij een van de kampioenen is, het team vertrouwen geven en dat herstellen voor de racedagen.’’