Verstappen prijst zich gelukkig: 'Ik werd niet gedwongen om dat te doen'
Al op zeer jonge leeftijd wist Max Verstappen wat zijn roeping was: racen. De drievoudig wereldkampioen prijst zich gelukkig met het feit dat zijn ouders hem niet richting de autosport hebben gepusht, zoals hij bij veel andere kinderen wel zag gebeuren.
Verstappen: 'Ik bleef aandringen tot ik een kart kreeg'
Bij menig Verstappen-fan is het al bekend: hoe veel hij uiteindelijk ook gecoacht werd door vader Jos Verstappen, het was Max zelf die niets liever wilde dan in een kart stappen. “Ik was vier jaar oud en zag een kind jonger dan ik al in een minikart rijden. Ik ging naar mijn vader en vertelde hem dat ik het ook wilde doen, maar hij zei in eerste instantie nee. Hij zei dat ik nog wat volwassener moest worden”, vertelt hij in gesprek met GQ Italia.
“Ik bleef aandringen en zes maanden later - met aanmoediging van mijn moeder - kreeg ik eindelijk mijn eerste kart”, voegt hij eraan toe. Dat zag Verstappen in zijn jonge jaren ook wel eens anders. “Ik zie zoveel ouders die hun jonge kinderen ergens naartoe pushen. Mijn ouders gelukkig niet: toen ze merkten dat ik het echt leuk vond, hielpen ze me om beter te worden. Ik geef toe dat ik veel geluk heb gehad, want racen was ook hun passie.”
Wel hanteerden zijn ouders beiden een heel verschillende aanpak. “Het zijn twee verschillende mensen, dat klopt. Met mijn vader bracht ik veel tijd door omdat we reisden voor races: hij was mijn monteur, hij bouwde mijn motoren en hij was ook mijn leraar. Met mijn moeder was de sfeer veel relaxter. Ze was altijd positief: ze vertelde me niet hoe ik een bocht moest nemen en overlaadde me niet met advies. Ze vertelde me liever haar mening, waar ik naar luisterde en rekening mee hield”, aldus Verstappen, die zegt goede jeugdherinneringen te hebben aan de gesprekken met zijn ouders over racen aan de eettafel.