Ricciardo noemt vijf ondergewaardeerde F1-coureurs: "Hij leek op Verstappen"
Daniel Ricciardo moet zich net als de andere coureurs zien te vermaken in deze tijden van zelfisolatie. Waar zijn jongere collega’s volop simracen, blikt de Australiër terug op zijn Formule 1-carrière, die inmiddels al bijna tien seizoen lang is.
Ricciardo behoort in 2020 tot één van de veteranen op de Formule 1-grid. Daar werd hij aan herinnert toen iemand hem vertelde dat hij in zijn tijd in de F1 tegen 62 verschillende coureurs heeft geracet. Dat was voor hem reden om op Twitter een top vijf van de meest ondergewaardeerde concurrenten op te noemen.
Het is niet geheel verrassend om te lezen dat drie van de vijf namen op zijn lijstje coureurs zijn waar hij in de juniorklassen veel tegen geracet heeft, maar die in de Formule 1 om wat voor reden dan ook nooit de top gehaald hebben. Zo noemt hij Marcus Ericsson, Roberto Merhi en om begrijpelijke redenen Jules Bianchi.
Merhi leek op Verstappen
Bij Merhi durft hij zelfs een vergelijking met Max Verstappen te maken. “Hij leek een beetje op Max in de zin dat hij met de auto kon smijten en daar geweldige controle over had. Hij had die snelheid en gebrek aan angst waardoor hij risico’s durfde te nemen. Het ging voor hem mis toen bandenmanagement een factor werd.”
Ten slotte noemt hij twee coureurs tegen wie hij als jonge coureurs opkeek. In de eerste plaats Vitantonio Liuzzi, de Italiaan die het karten domineerde toen Ricciardo nog een kleine jongen was en als laatste Jenson Button. De Brit wist teamgenoot Lewis Hamilton in 2011 in een direct duel te verslaan. Een prestatie die door velen niet op waarde zou worden geschat.