De beste plek om met de eerste grote updates te komen: Barcelona is niet alleen in de wintertests de locatie bij uitstek waar de eerste nieuwe onderdelen worden getest, ook de vijfde Grand Prix op de kalender markeert een updatefestijn. Vier races lang hebben de teams data kunnen verzamelen en de tijd gehad om problemen te constateren. Elke renstal heeft wel iets om te verbeteren, hoewel het flink verschilt wat dat precies is.
Mercedes
Snel in de bochten, snel op de rechte stukken en nauwelijks problemen met de banden. Mercedes gaat als een trein en de W10 lijkt geen zwakke plekken te hebben. Of toch wel? Voor veel hoofdpijn zal het niet zorgen, zolang Red Bull en Ferrari op behoorlijke afstand rijden, maar de slijtage van de medium banden (de harde variant is nog nauwelijks gebruikt) lijkt bij Mercedes zo nu en dan voor problemen te zorgen. De langere runs lieten in de eerste vier races zien dat er zeker verbetering mogelijk is: De vraag is alleen hoe snel en hoeveel.
In Spanje zullen de drie hardste compounds gebruikt worden en dus is het aan Mercedes om die vanaf de vrijdag onder de knie te krijgen. Afgezien daarvan aast Mercedes uiteraard op meer motorvermogen, aangezien Ferrari daar nog aan kop lijkt te gaan. Maar problemen met de aerodynamica, die lijken de Duitsers dit seizoen niet te hebben.
Ferrari
Een betrouwbare motor en de juiste aerodynamische styling. Qua motorvermogen zit het wel goed, maar de betrouwbaarheid lijkt door dat extra vermogen een bijrol te hebben gekregen. Het motto van Mattia Binotto was niet voor niets ‘snelheid voorop, dan pas betrouwbaarheid’, maar nu hebben de Italianen al aardig wat punten laten liggen. In Barcelona moet (door een nieuw ontwerp van de zuigers) die betrouwbaarheid weer terugkeren.
Dan nog is de SF90 een raket: Prima op de rechte stukken, beduidend minder in langzame bochten. In Baku kon dat worden gecompenseerd door een nieuwe vleugel en het circuit in Spanje kent vooral snelle bochten: Ferrari zal zich dus niet druk hoeven te maken. De race daarna, in de straten van Monaco, zal de nodige grip verkregen moeten worden echter. Aan Ferrari de taak om in Barcelona aan te tonen dat het in de laatste (hoekige) sector toch voldoende snelheid heeft.
Red Bull
Een update van Honda in Baku en dus meer snelheid. Zowel in de kwalificatie, als de race, kan de RB15 langer een beroep doen op een krachtigere motormodus. Maar dat is niet het probleem waar Red Bull zich in de eerste vier races de grootste zorgen om maakte: Voor de verandering was het aeropakket het aspect dat de hoofdpijn bezorgde.
Een onvoorspelbare achterkant van de RB15, zo werd het probleem van de 2019-Red Bull omschreven. De nieuwe voorvleugel van dit seizoen lijkt de boosdoener, aangezien de luchtstromen voor meer weerstand op de banden zorgen. Iets wat voornamelijk te merken is in de langzame bochten, waar Red Bull voorheen juist altijd bloedsnel was.
In Barcelona moet een ‘evolutie’ zorgen voor verbetering op dat gebied. Qua snelheid zaten de Bulls al redelijk dichtbij de Mercedessen in de voorgaande races, maar alleen in de langzame bochten verloren Max Verstappen en Pierre Gasly tijd. Brengt de update wat het belooft (volgens Helmut Marko wel), dan kan de GP van Spanje nog best wel eens een driestrijd worden.
Haas
Het constante wijzen van Haas naar Pirelli is niemand ontgaan in de eerste vier races van 2019. De banden worden snel koud in een race, waardoor de snelheid die in de kwalificatie wordt getoond, als sneeuw voor de zon verdwijnt op de zondag. Het resultaat? Een prima kwalificatiepositie die wordt omgezet in een plek ver buiten de punten.
Haas moet in Barcelona met de oplossing komen, hoewel dat zal worden bemoeilijkt door de baan zelf: Door de snelle bochten koelt, het rubber sowieso minder langzamer en kunnen de problemen van de SF19 verborgen worden: Vervolgens begint de soap weer van voren af aan in het langzamere Monaco twee weken later.
McLaren
Kijkend naar de positie van McLaren in het kampioenschap, bevindt het team uit Woking zich in een soortgelijke positie als Mercedes: Dan uiteraard wel in het middenveld. De concurrentie heeft de nodige problemen, McLaren hoeft alleen constante progressie te boeken, want echt problemen zijn er niet met de MCL34.
Ofja, geen problemen waar het team zelf iets aan kan doen. De motor die achterin ligt, is er eentje van Renault. Voor updates is men bij McLaren dus afhankelijk van de Franse fabrikant en die houdt haar eigen schema aan. Er zit niets anders op, dan aan de lopende band met verbeteringen komen, voor de aspecten van de wagen die men wel zelf in de hand heeft.
Vergelijkingsmateriaal, zoals vorig jaar, is er echter niet. Toen kon met de MCL33 naast de RB14 leggen en zien waar het beter kon (en moest). Nu is McLaren Renault al voorbij en moet progressie vanuit het team zelf komen. Andreas Seidl zal daar vanaf dit weekend bij helpen, maar het is een flinke uitdaging voor McLaren.
Renault
Ingehaald zijn door het klantenteam dat pas voor het tweede jaar met jouw krachtbron rijdt: Renault zit diep in de penarie. De motor van de Franse fabrikant kent de nodige betrouwbaarheidsproblemen (en qua vermogen is ook Honda voorbij Renault gegaan), het chassis van de RS19 is ook niet om over naar huis te schrijven.
Waar Mercedes en Ferrari (en in zekere mate Honda en Red Bull) met geld smijten om de prestaties te verbeteren, meent Renault dat het ook met minder succesvol kan zijn. ‘Waarom uitbreiden, als je binnenkort vanwege de budgetcap toch weer moet bezuinigen?’ Een goed punt, maar dat betekent wel dat je tot aan die budgetcap achter de feiten aanloopt. Aan de twee coureurs zal het niet liggen, maar Renault moet in Barcelona toch echt laten zien dat de updates voor verbetering op alle fronten zorgen.
Alfa Romeo
Een behoorlijke P6, op slechts vijf punten afstand van P4 van McLaren: Alfa Romeo presteert vooralsnog prima. De motor van Ferrari doet wat hij moet doen, waardoor Alfa zich alleen druk hoeft te maken om het chassis. Aangezien de Zwitserse renstal betere resultaten boekt dan Haas, bewijst het team van Fred Vasseur dat onderdelen kopen lang niet altijd de juiste keuze is.
Het gat tot aan Ferrari is echter nog aanzienlijk: Wetende dat Alfa Romeo dezelfde motor heeft als het team uit Maranello, kan er dus nog flink wat progressie worden geboekt wat betreft de aerodynamica. De windtunnel van Alfa Romeo (voorheen Sauber) is hypermodern, dus de updates die in Barcelona liggen te wachten zullen zeker bijdragen aan het verkleinen van dat gat. Het is alleen te hopen dat men niet in dezelfde valkuil trapt als Ferrari.
Racing Point
Vijfde ondanks verwachte problemen, door laat beginnen aan de 2019-bolide. Racing Point (het voormalige Force India) weet prima mee te komen in het middenveld en zal in Barcelona met de eerste grote updates komen. De motor van Mercedes ronkt achterin de wagen (en dus valt er weinig te klagen op dat gebied), waardoor Racing Point zich volledig kan focussen op het verbeteren van het chassis.
De ontwikkelingen van de 2020-auto zullen echter ‘binnenkort’ beginnen, volgens Lawrence Stroll. De focus zal al vroeg in het seizoen naar het komende F1-jaar gaan en dat betekent mogelijk een zwakkere vorm gedurende de rest van 2019. Knalt Racing Point in Spanje naar P7 en voert het overtuigend het middenveld aan, dan zal men zich daar niet al te druk over maken.
Toro Rosso
Diezelfde motor als Red Bull, grotendeels het chassis van de RB14 uit 2018: Een mix die het op papier toch prima zou moeten doen, bezorgt Toro Rosso vooralsnog slechts P9 en vier puntjes. Is dat het hele verhaal? Nee, aangezien uitvalbeurten meerdere keren scoren voorkwamen, terwijl de coureurs reden op posities in de top tien.
“De resultaten weerspiegelen dus ook niet de potentie”, zo klonk Alexander Albon voorafgaand aan het raceweekend in Spanje. Ook het zusterteam zal in Barcelona met de nodige updates komen, toch is men eigenlijk maar op zoek naar één ding: Een weekend zonder gedoe en crashes. Een weekend waarin men kan zien waartoe de STR14 echt in staat is.
Williams
Wat hoopt Williams in Barcelona te vinden? Een wonder? Voordat de FW42 aansluiting kan vinden bij het middenveld, moet er echt iets drastisch veranderen. Aan de motor van Mercedes ligt het niet, kijk maar naar het fabrieksteam zelf en Racing Point. Ook de coureurs valt weinig te verwijten: George Russell haalt het maximale uit de wagen en ook Robert Kubica volgt op korte afstand achter zijn rookie-teamgenoot.
De auto zelf is dus het voornaamste probleem van Williams (of de koppigheid van de teambaas om vast te houden aan het zelf maken van alle onderdelen) dat verholpen moet worden. Met een nieuwe vleugel, bodem of spoiler gaat dat niet worden verholpen. “Een flinke verandering”, zo noemde George Russell de updates die in Barcelona liggen te wachten op zijn FW42. Maar als die niet in minstens voor een halve seconde tijdswinst zorgen (en dat is een onrealistisch doel), kan het zomaar gebeuren dat Williams na 21 Grands Prix nul punten bezit. ‘Het kan nauwelijks slechter na 2018’, klonk het na het vorig seizoen… Werkelijk...?