Ericsson gaat terug in de tijd: 'Toen won ik vrijwel elk jaar races'

Marcus Ericsson veroverde dit weekend zijn eerste overwinning in de IndyCar. De Zweedse coureur kreeg het voor elkaar om Rinus van Kalmthout voor te blijven en op deze manier de eerste plaats te behalen. De Scandinaviër is zeer trots op het succes.

De rijder was tussen 2014 en 2019 actief in de Formule 1. Hij kwam achtereenvolgens uit voor Caterham en Sauber. Alhoewel Ericsson hoge verwachtingen had van zijn periode in de racesport, merkte hij dat het door zijn wagen niet eenvoudig was om te concurreren met de andere coureurs op de baan. Hij is daarom blij dat hij in Amerika wel weer competitief is.

"Toen ik de juniorcategorieën doorliep en naar de F1 probeerde te gaan, won ik vrijwel elk jaar races", vertelt Ericsson aan The Race. "Het was iets waar je aan gewend was en waar je je op richtte. Als je dan op het hoogste niveau komt, zoals ik in 2014 in de F1, bij kleinere teams die niet de middelen hebben om voor overwinningen te strijden, vergeten coureurs het gevoel om voor overwinningen te strijden."

In Amerika veranderde dat gevoel. "Pas toen ik naar IndyCar ging, zag ik hoezeer ik dat gevoel miste om een weekend in te gaan en de mentaliteit te hebben om te proberen te winnen en iedereen te verslaan. Ik heb heel hard gewerkt om te proberen zoveel mogelijk te leren. Ik heb een aantal geweldige teamgenoten om mee te werken en dat heeft me erg geholpen.”