Historische rivaliteit: Niki Lauda en James Hunt

19:16, 13 jul 2018
0 Reacties
Ben je een echte Formule 1-fan, dan mag het je niet ontgaan zijn dat Rush afgelopen zondag op televisie te zien was. De film vertelt het verhaal van een extreme rivaliteit tussen twee enorm verschillende coureurs: Niki Lauda en wijlen James Hunt.
De BBC wijdde er eerder al eens een complete documentaire aan genaamd Clash of the Titans vol met beelden gemaakt in die tijd. In het jaar 1976 bereikte de rivaliteit tussen beide mannen een kookpunt. Hunt tekende voor dat jaar bij het team van McLaren en vocht na een slechte start van het seizoen uiteindelijk met Lauda om de wereldtitel.
De climax dat jaar vond plaats tijdens de laatste race in Japan. Hunt sleepte op een kletsnat Fuji Speedway de titel binnen met slechts één punt meer dan Niki Lauda. Het was dat Lauda de race na de eerste ronde al opgaf, want hij stond vooraf met drie punten voor op de Brit. Maar omdat het zo hard regende staakte Lauda de strijd omwille van de veiligheid. Het regende zo hard dat de coureurs geen hand voor ogen zagen.
De Oostenrijker heeft meermaals aangegeven dat het "de ergste omstandigheden waren die hij ooit heeft gezien tijdens een race". Het circuit was overspoeld met regenwater en de organisatoren wilden de race in eerste instantie niet laten doorgaan. Uiteindelijk moesten de coureurs zich halsoverkop alsnog klaarmaken, want de Grand Prix zou plaatsvinden vanwege de televisierechten en de druk die Bernie Ecclestone uitvoerde op het management.
Dat Lauda opgaf kwam niet uit de lucht vallen. De coureur was eerder dat seizoen zwaargewond geraakt tijdens de Grand Prix van Duitsland. Het was al een wonder dat hij in leven bleef en helemaal dat hij zo snel weer achter het stuur kon kruipen. Na een vreselijke crash op de Nürburgring op 1 augustus vloog zijn Ferrari in de brand.
Lauda kon niet zelfstandig de wagen uitkomen en zat ongeveer een minuut vast in een vlammenzee van zo’n 400 graden Celsius, waardoor hij hevige brandwonden aan onder andere zijn gezicht en longen opliep. Het zorgde ervoor dat de Oostenrijker uiteindelijk voor twee races uitgeschakeld, voor hij onverwachts en op miraculeuze wijze zijn terugkeer maakte op de baan.
Wat voor de Nederlandse fans interessant is, is dat het seizoen van 1976 nog een Nederlandse Grand Prix kende. Lauda deed niet mee vanwege zijn verwondingen, maar James Hunt wel. De McLaren-coureur won de race, maar voelde vrijwel de hele race de hete adem van Lauda’s teamgenoot Clay Regazzoni in zijn nek, die uiteindelijk tweede werd.
Na de Nederlandse Grand Prix stonden er nog vier races op de planning en leek het eind in zicht voor Hunt. Dat hij kampioen zou worden was praktisch onvermijdelijk, maar plotseling keerde Lauda terug op de radar. De Oostenrijker herstelde wonderbaarlijk genoeg erg snel van zijn wonden en reed na iets meer dan een maand alweer in zijn Ferrari.
Desondanks volgde er geen winst meer voor Lauda, maar tot de laatste race in Japan bleef het kampioenschap tussen de twee om luttele punten draaien tot Hunt in Japan aan het langste eind trok. Ook al was de rivaliteit tussen de twee mannen extreem, ze respecteerden elkaar wel. Ook in de (ietwat geromantiseerde) film Rush is dat goed te zien en er was sprake van wederzijds vertrouwen, omdat de coureurs elkaar niet zomaar van de baan reden.
Vanwege de uiteenlopende karakters van Lauda en Hunt was de concurrentiestrijd extra bijzonder. Aan de ene kant had je Lauda, een serieuze en gedisciplineerde racer, en aan de andere kant de Britse extravagante Hunt die feesten, vrouwen en alcohol niet schuwde na een Grand Prix. Een grotere tegenstrijdigheid is er bijna niet in de Formule 1 en dat maakte het seizoen 1976 misschien wel één van de meest legendarische kampioenschappen uit de geschiedenis van de sport.