Eddie Irvine heeft weinig met de huidige
Formule 1. Volgens de voormalige F1-coureur van onder andere
Ferrari, mist de risicofactoren en kijk tegenwoordig liever niet eens meer.
“Het is tegenwoordig kunstmatig en niet meer rauw – te perfect”, opperde Irvine in een interview met
BBC.
“Als je een fout maakt, dan betaal je niet meer de prijs. Naar mijn mening moet er minstens een repercussie zijn, zoals tijd verliezen. Ik kijk er niet meer naar, want het verveelt mij. Ik zie hoe auto’s rondjes op het circuit rijden en het is ongelooflijk saai, omdat het zo statisch is.” “Als je in de jaren ’50 een fout maakte, dan kostte je dat je leven. In de jaren ’60 vaak ook. In ’70 kon je jezelf flink verwonden en in de jaren ’80 was die kans nog steeds aanzienlijk", beredeneerde hij.
“Het wordt alsmaar veiliger sindsdien. Dat is goed, maar gaat te ver”, vervolgde Irvine. “De ontwikkeling gaat steeds verder, tot het punt dat men zich afvraagt: ‘Waar zijn we nou eigenlijk uitgekomen?’ Mijn mening: we zijn op het punt beland dat het slap en niet meer interessant is”, concludeerde Irvine.
De voormalige F1-coureur is een tegenstander van automerken die teams beheren – zij zouden enkel de motoren mogen leveren. Irvine noemt
Ferrari als een te machtig team die energie van de andere teams opslokt.
“Fabrikanten komen en gaan. Gaat het té goed, dan blijven ze niet meer, omdat ze niks hoeven te bewijzen. Gaat het te slecht, dan vertrekken ze evengoed met staart tussen de benen."