Niet langer kunnen meerdere bandenfabrikanten zelf proberen hun rubber aan teams te slijten in een seizoen. Slechts één fabrikant mag het rubber aan alle teams leveren, nadat de FIA eind 2006 met die regel kwam. Pirelli nam na vier jaar het stokje van Bridgestone over, maar nu krijgen de Italianen mogelijk concurrentie van het Zuid-Koreaanse Bridgestone. Grote baas
Mario Isola waarschuwt voor de mogelijke gevolgen van een bandenoorlog.
“Als je meerdere fabrikanten met elkaar zou laten concurreren in de sport, bijvoorbeeld met een 100% open concurrentie, dan zou het flink wat geld kosten. Niet alleen de leveranciers zelf, maar ook de teams op de grid”, meent de Italiaan tegenover RaceFans.
“Je moet niet alleen met verschillende compounds aankomen bij de teams, maar ook met verschillende constructies voor verschillende circuits. Immers concurreer je dan met de andere leverancier per race. Op de ene baan zal een bepaalde band van de ene beter werken, de andere tijdens de Grand Prix daarop.”
“Dan kijk je als leverancier tegen kosten van minstens drie keer zoveel als nu aan. En als team moet je actief gaan testen. Een testteam, een aparte auto die daarvoor wordt gebruikt en noem allemaal maar op. Het is een compleet andere aanpak met veel hogere kosten dan één leverancier voor iedereen.”
Niet alleen Pirelli ziet een terugkeer van een dergelijke bandenoorlog niet zitten, ook teambazen die de concurrentie nog mee hebben gemaakt worden er niet warm van. Zo meende teambaas Franz Tost van Toro Rosso eerder al dat het voor een situatie zou zorgen waarin ‘twee teams het neusje van de zalm krijgen, de rest de overgebleven troep.”