De Grand Prix van Nederland keert in 2020 terug naar het circuit van
Zandvoort, maar niet iedereen is overtuigd van de infrastructuur rondom het circuit. Burgemeester Niek Meijer en
Jan Lammers zijn echter beide overtuigd van de mogelijkheden.
‘’In Zandvoort hebben we de unieke mogelijkheden van de treinen, die nog net niet in het paddok uitkomen. Natuurlijk moeten daar wat aanpassingen aan worden gedaan, maar dat is alleen maar een mooi voorbeeld voor de rol die de komst van de Grand Prix kan spelen. Door de komst wordt het mogelijk om al die aanpassingen te doen, waardoor er veel minder auto’s door randgemeenten zullen gaan. Zo kan je dus de drukte controleren, waarnaast we de mensen ook zo goed mogelijk proberen te informeren en adviseren over de mogelijkheden’’, zegt Lammers op de persconferentie.
Lammers toonde zich een ideale ambassadeur van de regio, met enkele uitspraken. ‘’Je hebt helemaal geen haast om uit Zandvoort weg te komen. Plak er gewoon een dag achteraan, we hebben hier alles dus blijf lekker hier.’’
Daardoor kon Meijer zijn ambtsketting bijna gelijk inleveren. ‘’Jan heeft helemaal gelijk. In heel Nederland en de rest van de wereld kijkt men naar mogelijkheden om evenementen te verduurzamen. Natuurlijk gaat dat hier niet meteen gebeuren, maar we hebben ruim de mogelijkheden. Met de trein en bussen zijn er al twee goede opties, maar ook onze nieuwe partner kan qua fietsen nog een belangrijke rol spelen. Wij zullen een vijfdaags evenement worden, waar iedereen vijf dagen kan vertoeven in de metropool en zichzelf kan vervoeren met de fiets.’’
Lammers erkende echter wel dat je file altijd zal behouden rondom een evenement van dit formaat. ‘’Iedereen heeft de vrijheid om te gaan en staan op de manier die zij willen, maar daarbij neem je dan zelf een risico. Verkeersdrukte hoort nou eenmaal bij een groot evenement, dat is hetzelfde voor een circuit dat naast de snelweg ligt. Door te informeren hopen wij echter de grootste drukte weg te nemen’’, besluit Lammers.