Uit de oude doos: De 'Wall of Champions' en zijn slachtoffers

Het is misschien wel de meest iconische muur op de hele Formule 1-kalender. ‘The Wall of Champions’ is de muur waar bijna alle wereldkampioenen wel zijn ingevlogen. Het circuit dat vernoemd is naar Formule 1-legende Gilles Villeneuve, benoemde deze muur na de race in 1999.

In 1999 racen er met Mika Hakkinen, Damon Hill, Jacques Villeneuve en Michael Schumacher vier wereldkampioenen mee tijdens de race op het circuit in Canada. De vier kampioenen zorgen uiteindelijk allemaal voor een nieuwe naam op het circuit van Canada. Eén voor een knallen de wereldkampioenen namelijk in de muur die bij het opkomen van het rechte stuk staat. Alleen Mika Hakkinen overleeft het tot het einde.

De eerste die de muur raakt is Ricardo Zonta. De BAR-coureur spint al na drie ronden in de muur en zorgt voor de eerste Safety Car. Zonta was op dat moment regerend wereldkampioen in de GT. In ronde 15 volgde Hill zijn voorbeeld en in ronde 30 gaf Schumacher de bijna zekere overwinning weg door ook zijn Ferrari in de muur te parkeren.

Hiermee was het nog niet over. Ook zoon van de man naar wie het circuit is vernoemd kon niet uit de muur blijven. Jacques Villeneuve, wereldkampioen in 1997, raakte de muur in ronde 35 waardoor voor de derde keer de Safety Car naar buiten moest komen. De race in 1999 werd uiteindelijk toch gewonnen door een wereldkampioen, Mika Hakkinen.

Het bleef niet bij het toeval uit 1999. De muur werd officieel benoemd tot ‘Wall of Champions’ en kende nog vele slachtoffers. Zo vonden Nico Rosberg, Jenson Button en Sebastian Vettel ook al de befaamde muur in Canada. Momenteel zijn er vier kampioenen actief in de Formule 1, dus is het in Canada uitkijken naar de prestaties van Raikkonen, Vettel, Hamilton en Alonso.