Uitgelegd: Waarom Cadillac de introductie van de eigen motor heeft uitgesteld

Inmiddels is het een kleine twee jaar geleden dat General Motors - het moederbedrijf van Cadillac - zich bij de FIA registreerde als motorenleverancier voor de Formule 1. Zij worden daarmee een zogenaamde OEM (Original Equipment Manufacturers), net als Ferrari, Mercedes, Audi, Honda en Red Bull Powertrains. Indertijd lieten de Amerikanen weten dat deze eigen motoren vanaf 2028 op de F1-grid aanwezig zouden zijn.

Deze week kwam er een mededeling, waarin werd stond dat de FIA de komst van GM Performance Power Units definitief heeft goedgekeurd. Dit zijn de motoren die worden ontwikkeld en gebouwd door een nieuw bedrijf, waarin General Motors en TWG Motorsports zich hebben verenigd. In 2029 ligt deze power unit voor het eerst achterin de bolides van Cadillac, zo werd erbij gezegd.

Dat is dus een jaar later dan oorspronkelijk gepland. Over het waarom niet het oorspronkelijke jaar 2028 is gekozen, wordt online gespeculeerd. Zo wordt er gedacht dat dit te maken heeft met een toezegging van de FIA en de F1-teams dat er in elk geval tot en met het seizoen 2028 niets veranderd wordt aan de motoren in de Formule 1. Zo zou voorkomen worden dat GM een motor moet bouwen voor één jaar (namelijk 2028), om mogelijk voor de twee seizoenen daarop een andere, veel simpelere power unit te moeten maken.

Deze veronderstelling is volgens General Motors echter onjuist. Het bedrijf laat aan GPblog weten dat het uitstel naar 2029 om praktische redenen is gedaan. Een woordvoerder laat weten: “We hadden oorspronkelijk '28' gezegd toen we een paar jaar geleden met het proces begonnen. We konden echter pas aan de slag nadat we de officiële goedkeuring hadden gekregen, wat, zoals bekend, enige tijd duurde. Dat is de reden voor de verschuiving.”

Cadillac had oorspronkelijk inderdaad de hoop om al in 2025 in de Formule 1 actief te zijn. De toelating volgde echter pas begin dit jaar en pas in 2026 is het nieuwe team in de F1.