Ricciardo vond zijn slechte start van het seizoen ‘bijna lachwekkend’
Het seizoen ging voor Daniel Ricciardo maar moeizaam van start bij zijn nieuwe werkgever McLaren. Lando Norris was beduidend sneller dan zijn Australische teamgenoot en behaalde zeker in de eerste seizoenshelft ook veel betere prestaties. Voor Ricciardo zorgde het voor een verlies aan vertrouwen.
Ricciardo ging aan zichzelf twijfelen
In het eerste deel van het seizoen scoorde Norris meer dan twee keer zoveel punten als Ricciardo en stond de jonge Brit drie keer op het podium. Ricciardo behaalde geen enkele podiumplaats. Na de zomerstop waren de twee coureurs meer aan elkaar gewaagd en bezorgde Ricciardo in Monza McLaren de eerste overwinning in negen jaar.
Na die overwinning in Monza richtte hij zich op de boordradio naar zijn criticasters door te zeggen dat hij nooit was weggeweest, alleen een tijdje opzij was gegaan. De boodschap was er echter vooral voor Ricciardo zelf. “Er waren momenten dat ik mijn geloof een beetje verloor en aan mezelf twijfelde”, vertelt hij aan Autosport. De Australiër vroeg zich lang af waarom hij het zo moeilijk had.
Geloof in betere tijden voor Ricciardo
De zomerstop kwam op een goed moment voor de McLaren-coureur. Die had hij naar eigen zeggen hard nodig. Vooral na de Grand Prix van Hongarije, waar hij als elfde van de dertien coureurs finishte, was Ricciardo erg neerslachtig. "Het is bijna lachwekkend in sommige opzichten. Ik wilde gewoon op het vliegtuig stappen en even twee weken niet aan Formule 1 denken.”
Wel wist Ricciardo dat het uiteindelijk weer beter zou gaan, en dat gebeurde ook. De Australiër had de ontspanning van de zomerstop blijkbaar hard nodig. “Ik ben geen coureur die elke avond naar bed gaat met de gedachte aan de F1. Dus ik wist dat het gezond voor me zou zijn."