Talenten willen Verstappen achterna: 'Ten koste van Amerikaanse racerij'
- Daniel de Ruiter
Veel jonge Amerikaanse racetalenten kiezen voor een carrière in de racerij met auto's met open wielen. Dat komt door de groeiende populariteit van de Formule 1 in de Verenigde Staten. Onder andere voormalig NASCAR-kampioen Kevin Harvick maakt zich daar zorgen om.
Dat Liberty Media wil groeien met de Formule 1 in de VS is geen geheim. Onlangs werd met de komst van de Grand Prix van Las Vegas de derde Amerikaanse GP bevestigd. Met het oog op een grotere kalender, meer races in de VS en meer stratencircuits hoopt Liberty Media de populariteit van de sport te vergroten. Dat lijkt aardig te lukken, aangezien coureurs in andere raceklassen zoals de NASCAR en de IndyCar zich zorgen maken over de toenemende populariteit. NASCAR-coureur Harvick zegt dat de Netflix-serie Drive to Survive daar ook voor een groot deel aan heeft bijgedragen.
Talenten willen Verstappen achterna
Harvick is groot fan van de serie en heeft alle afleveringen gekeken, maar de Amerikaan vraagt zich tegelijkertijd ook af of de Formule 1 niet de Amerikaanse racerij aan het verzadigen is. Zijn zoon, Keelan, is opkomend karttalent en droomt ervan om het later op te mogen nemen tegen zijn grote idool, regerend F1-kampioen Max Verstappen. NBC Sports citeert Harvick die zich zorgen maakt: “Ik woon dicht bij de kartbaan en geen van die kinderen wil in IndyCar rijden; ze willen allemaal racen in de Formule 1.”
“Ze willen allemaal voor Ferrari of Red Bull rijden. Ik had het erover met Jim France [CEO van de NASCAR, red.] hoe we er voor kunnen zorgen al die jonge talenten van wie hun dromen niet uitkomen toch racers te laten worden. Hoe kunnen we de groten onder hen naar de NASCAR krijgen.” Harvick zegt dat het veel moeilijker is om het pad te bewandelen van de 'open-wheelers'. De jonge coureurs moeten dan naar Europa en niet iedereen heeft het geld om zulke kansen te grijpen. Harvick sluit teleurgesteld af: “Bij het karten hebben ze niet de droom in de NASCAR te racen en ook niet in de IndyCar Series.”