Aston Martin-baas: ‘We zijn niet bang om mensen boos te maken’
F1 Nieuws
Het bleek een meesterzet van Aston Martin F1. Ruim na het vallen van de finishvlag van de Grand Prix van Oostenrijk tekende het team van Fernando Alonso en Lance Stroll protest tegen de uitslag aan. Volgens de Engelsen zou de wedstrijdleiding herhaaldelijk overschrijdingen van de track limits hebben gemist. Aston Martin kreeg gelijk, de uitslag ging op de schop, op zeker tot irritatie van de concurrentie.
Carlos Sainz - die als vierde over de meet was gekomen - werd teruggezet naar plek zes. Alonso schoof zo op naar plaats vijf. Ook Stroll profiteerde, hij ging van plek tien naar negen. Terugkijkend op het hele circus - waarbij op de late avond in totaal twaalf tijdstraffen alsnog werden uitgedeeld - zegt teambaas Mike Krack bij Sky Sports: “We zijn niet bang om mensen boos te maken, al is het maar in het belang van de sport en ook voor ons eigen voordeel. We wisten dat het een beetje onrust zou veroorzaken als we dat zouden doen. Maar uiteindelijk, moeten we in de eerste plaats doen wat goed is voor het team en daarom hebben we besloten dat we het protest moesten indienen.”
Aston Martin had lesje geleerd
Op de Red Bull Ring bleek het voor veel coureurs lastig om binnen de lijntjes te blijven. “Ik denk dat ze ervan leren”, aldus de Luxemburger. “We hebben vorig jaar onze les geleerd, om eerlijk te zijn. We kregen vorig jaar straffen. We bleven onze coureurs tot vervelens toe vertellen de track limits niet te overschrijden, want dan zouden er straffen komen. We moeten ook niet vergeten dat tien coureurs geen straf kregen. Het was dus mogelijk om binnen de lijnen te blijven.”
Krack ging ook in op de krachtsverhoudingen tussen Alonso en Stroll. De Spanjaard is zijn teamgenoot vrijwel elke race te snel af. “Het is een ambitieus doel [om Alonso bij te benen], omdat we niet mogen vergeten dat Fernando een van de grootste coureurs in de geschiedenis van de sport is. Dus het is een uitdaging. Maar je weet dat Lance talent heeft, en alle mogelijkheden om dit te bereiken. Hij moet nog leren. Hij moet van Fernando leren, zien hoe Fernando dingen doet, maar ook zijn eigen manier van werken behouden. Ik denk dat ze tegen het einde van het jaar op gelijke hoogte staan.”