F1 Academy een succes: 'De progressie is geweldig om te zien'

F1 Academy

Exclusief

interview F1 academy over vrouwen in formule 1
21 augustus 2023 om 19:00
Laatste update: 21 augustus 2023 om 19:14

Het eerste seizoen van F1 Academy zit er bijna op. De klasse is nu al een succes, zo stelt Delphine Biscaye, de Competition Manager, van de serie voor vrouwelijke coureurs. De F1 Academy bereidt de coureurs voor op een volgende stap in hun loopbaan, mogelijk zelfs de Formule 1. Een gesprek over dromen, progressie en de bittere noodzaak van F1 Academy.

Opeens stonden een achtjarig meisje en haar ouders voor Biscaye in de paddock van het Le Castellet-circuit in Frankrijk, in de aanloop naar de zesde ronde van het F1 Academy-seizoen. Aan het begin van het jaar was ze gestart met karten, nu wilde het meisje eens kijken in de paddock van de opstapklasse voor talentvolle, vrouwelijke coureurs. “Ze was zó gepassioneerd”, vertelt Biscaye in een exclusief gesprek met GPblog. Zij is één van de drijvende krachten achter de raceklasse.

“We zetten haar even in de auto en je zag wat dat met haar deed. Ze keek enorm op naar meiden van zestien tot achttien, die haar droom al naleefden. De volgende morgen ging ze terug naar de kartbaan, en ze vertelde me daarna enthousiast over hoe ze alweer sneller was gegaan, jongens had verslagen. Je zag de twinkeling in haar ogen. Of we haar ooit in F1 Academy terugzien, kon ik haar niet zeggen. Maar met zulke jongen meiden start het allemaal. Wij hopen dat zij ons zien en beseffen wat ze kunnen bereiken. En als ze in F1 Academy zitten, wat nog meer kan. Dát is een doel van deze klasse.”


Obstakels voor vrouwelijke talenten

Dus de vraag of F1 Academy al een succes is? Het antwoord is volgens Biscaye een volmondig ‘ja’. Al hoort ze óók geregeld: ‘Waarom moet er een speciale klasse zijn voor vrouwelijke coureurs? Als ze goed genoeg zijn (voor bijvoorbeeld de Formule 1), dan komen ze vanzelf bovendrijven tussen de racende mannen’. Elke vrouwelijke coureur zal erkennen dat ze op basis van haar kwaliteiten uitgekozen wil worden. In de conservatieve wereld van de autosport blijken er echter meer obstakels voor vrouwen dan voor mannen om de top te bereiken.

“De meeste vrouwen hebben al tegen mannen gestreden en waarschijnlijk een aantal van hen verslagen”, vertelt Biscaye. “Een groot probleem is op dit moment het vinden van een budget. Ze komen vaak direct uit de kartsport en hebben vaak geen geld om toegang te krijgen tot topteams. Waarschijnlijk komen ze in kleinere,  minder professionele en onervaren teams te rijden. Ze ontberen simpelweg de financiering om veel kilometers te mogen maken. Wij geven hun veel tijd op de baan; zeven raceweekeinden en twaalf collectieve testdagen.”

“F1 Academy is er in de eerste plaats om een gelijk speelveld te creëren qua training en aantal kilometers. Daarna kunnen ze strijden met mannen die dezelfde basis hebben. Ons doel is niet om vrouwen alleen tegen vrouwen te laten rijden, we willen dat ze het tegen mannen opnemen. Dan moeten ze wel betere kansen en training gehad hebben om die competitie aan te kunnen”, aldus Biscaye.

F1 Academy als beginpunt van een loopbaan in de autosport

De Française, in het verleden werkend voor Williams in de Formule 1 en als teammanager van Venturi in de Formule E, ziet F1 Academy voor de talenten daarom niet als eindstation, maar als beginpunt voor een succesvolle autosportcarrière. “Het is de opstap naar een hogere categorie. Meiden moeten niet zeggen dat ze tien jaar in deze klasse willen blijven. De winnaar kan sowieso niet terugkeren. F1 Academy is de tussenstap tussen F4 en karting naar de juniorcategorieën.”

 “Het verschilt per coureur welke vervolgklasse dit wordt. Wat je wil, is die jonge meid in staat stellen om te kunnen slagen. Je wilt ze niet in een positie brengen waarin ze niets leren, omdat het te zwaar is. De vervolgstap zal altijd in samenspraak moeten gaan met de teams, want voor iedereen is die anders. Als ze goed genoeg zijn, willen die teams waarvoor ze uitkomen - die rijden in F2 en F3 - hen vast binnenboord houden. Wij helpen daarbij.”

Verschillen worden kleiner

Het eerste seizoen in de F1 Academy nadert inmiddels het einde. Nu al slaat de balans positief uit, zo meent Biscaye: “Net voor dit gesprek heb ik de statistieken er eens op nageslagen. In Spielberg, de eerste race, zat er ongeveer twee seconden tussen P1 en P10 in de kwalificatie. Kijk je naar ronde zes, op Le Castellet, dan was het verschil minder dan een seconde tussen P1 en P15. Dat toont de vooruitgang van de meiden, door de tijd op het circuit die ze kregen. Bij degenen die net uit het karting kwamen of die vrij ver weg van Europa komen - zoals Uruguay - was het gat naar de toppers oorspronkelijk groot. Na vier maanden en zes raceweekeinden zie je de marges kleiner worden.”

De progressie is volgens Biscaye niet op één specifiek facet toe te spitsen. “Er is verbetering over de gehele lijn te zien. Allereerst is er natuurlijk het racen zelf; hun rempunten, hoe ze zich over de baan bewegen. De meeste meiden hebben coaches en die spelen daar óók een rol in. Als je na een sessie in de garages komt, is het geweldig om te zien hoe ze werken. Het is niet racen en klaar. Of ze kijken hun onboards terug of ze zijn aan het trainen om fysiek sterker te worden. Dat laatste speelt eveneens in belangrijke rol [in het beter worden]. Dat misten ze aan het begin van het seizoen.”

Talenten werken aan mentale aspect

Autosport is mentaal zwaar, dus aan dat onderdeel aandacht geven is belangrijk voor F1 Academy. “De coaches spelen daar een grote rol in, als ook de teams. En ook de teamgeest en de paddock. Als je onze paddock binnenkomt, zitten de coureurs meestal niet alleen bij hun teams en hun ingenieurs, ze kunnen het heel goed met elkaar vinden. Dat helpt qua mentaliteit; ze willen participeren, ze willen ook advies van de oudere meiden. Vergeet niet, de meesten zijn erg jong. Tussen de zestien en de twintig. Hun saamhorigheid is enorm.”

“Ze zijn vaak ver van huis, ver van hun eigen cultuur. Voor velen van hen is Europa heel anders. Het vinden van vrienden helpt. De druk op die meiden is groot. Dus daarom hebben ze anderen nodig waarmee ze kunnen praten, op kunnen vertrouwen. Of iemand die zegt, in mindere tijden: ‘Kom op, doorgaan, je kunt het’. Veel teams werken zo. Ze pushen de meiden, maar houden ze ook positief. Dat helpt enorm. Dus ja, op zoveel vlakken is progressie geboekt”, aldus Biscaye.