Sportbond reageert op kritiek Verstappen: ‘Het is aan de sporters’

Verstappen won de prijs al driemaal eerder. De kans is reëel dat hij in 2023 in elk geval op de shortlist komt. Als het aan hemzelf ligt, gebeurt dat echter niet. “Ik wil hem [de prijs] niet eens winnen, omdat het gaat om het waarderen van al het talent dat we hebben als land. We moeten gewoon al het succes dat we als land hebben vieren. Daarom vind ik het altijd zo'n belachelijke prijs. Ik zeg alleen dat ik het oneerlijk vind voor sommige mensen die zoveel moeite in hun sport steken en ongelooflijke resultaten behalen. En soms worden ze daar niet voor beloond vanwege die stomme prijs voor één bepaald persoon”, legde de coureur donderdag uit in Qatar.

NOC-NSF reageert op Verstappen

De overkoepelende sportbond NOC-NSF, dat de verkiezing organiseert, zegt kennis te hebben genomen van de uitspraken van Verstappen. “De uitspraken van Max hebben geen invloed op de eventuele voordracht voor een prijs”, zo laat een woordvoerder aan GPblog weten. “Het kan goed zijn dat hij op grond van z’n prestaties op de groslijst terecht komt, waarna de vakjury onder leiding van Bas van de Goor een selectie maakt. Ook daar kan hij bij zijn.”

“Vervolgens maakt een selectie topsporters de uiteindelijke keuze. Ook dan kan hij dus in aanmerking komen voor een prijs of de titel ‘Sportman van het Jaar’. Het gaat heel principieel om de prestaties, en niet om uitspraken van de sporter in kwestie. Maar het staat de sporters die uiteindelijk kiezen natuurlijk vrij om dit wel mee te wegen. We weten het dus pas bij de daadwerkelijke verkiezing”, stelt de bond in zijn reactie.

Op voorhand zou je zeggen dat Max Verstappen dit seizoen in de verkiezing concurrentie krijgt van Mathieu van der Poel, de wielrenner die dit seizoen wereldkampioen op de weg werd, en de klassiekers Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix won.