Routinier Hulkenberg werd weer hongerig: ‘F1 is een soort van drugs’

Vrijwel accentloos is zijn Nederlands. “Een stroopwafeltje, ja, en een broodje frikandel. Enkele goede Nederlandse specialiteiten! Ik hou ervan, nog steeds”, lacht de Duitse coureur, tijdens een exclusief gesprek met GPblog. Hoe hij de Nederlandse taal zo machtig is geworden? Hij zegt het niet te weten, al speelde vast mee dat hij op een steenworp afstand van de Nederlandse grens opgroeide en veel van zijn jonge racejaren doorbracht in Nederland.

Als ‘semi-Nederlands’, zoals Hulkenberg zelf zegt, wordt hij waarschijnlijk gezien, ook al beschikt hij over een Duits paspoort. “Mijn eerste stappen in het racen en karting zette ik in Nederland. Mijn eerste keer in een auto rijden, deed ik in Eefde. Mijn eerste races waren in Nederland, dus dat is een belangrijke herinnering voor me en had toen een enorme impact. Ik heb altijd een goede band met Nederland gehad. Zoals ik zei, ben ik opgegroeid tussen de Nederlanders, sinds ik tien jaar oud was. Dus dat heeft zijn sporen nagelaten”, blikt Hulkenberg terug.

'Graag kampioen geworden, maar ik ben gelukkig'

Hulkenberg is zelfs dichter bij de Nederlandse grens geboren dan Max Verstappen (die zag in het Belgische Hasselt het levenslicht, red.). Verstappen koos er uiteindelijk voor om met een Nederlandse licentie te racen (Belgisch had gekund, red.) en is uitgegroeid tot een absolute volksheld. In Duitsland is Hulkenberg ook zeker populair, maar de status van bijvoorbeeld Michael Schumacher of Sebastian Vettel - of die van Verstappen in Nederland - heeft Hulkenberg niet weten te bereiken.

“Als je wint en kampioen bent, zoals met Max, dan zal een land je altijd steunen”, vertelt Hulkenberg. “Het was hetzelfde met Michael, zo’n twintig jaar geleden. En met Vettel in zijn tijd. Als je in de Formule 1 zit en je maakt geen enorme impact, dan gebeurt dat. Dat is de realiteit”, stelt Hulkenberg, die vervolgens aangeeft zeker niet jaloers te zijn. “Natuurlijk had ik graag een succesvollere loopbaan gehad. Ik zou heel graag een wereldtitel of zo behaald hebben. Maar ik ben gelukkig. Ik ben gelukkig met waar ik ben. Ik weet wat er in mijn carrière allemaal is gebeurd. Uiteindelijk ben ik gelukkig en geniet ik van mijn leven.”

Hulkenberg raakte weer hongerig

Wellicht is dát het geheim van zijn huidige succes. Hulkenberg knikt. “Het plezier hebben. De drie jaren pauze waren goed en gezond voor me, even weg van Formule 1 en het racen. Afkicken en mijn blik een beetje verruimen; hoe ik de sport beleef en zie. De honger is zo teruggekomen, wat uiteraard belangrijk is in deze business.”

Op 36-jarige leeftijd is Hulkenberg zeker niet klaar met de Formule 1. Dit seizoen maakt hij af bij Haas, voordat de Duitser meerdere jaren aan de slag gaat bij Stake (vanaf ‘26 Audi). Eerder sprak hij al over het afkicken na zijn eerste periode in de sport; het racen in de Formule 1 is te vergelijken met een verslaving - in de positieve zin van het woord uiteraard. “F1 is een soort van drugs, vanwege de adrenaline rush die we krijgen. Het is enorm competitief. Als coureur sta je enorm in de spotlights. Je hebt veel verantwoordelijkheden, veel adrenaline en kicks, als je een kwalificatie of race doet. Het is een fascinerende industrie en werk.”

Dat maakte ook dat Hulkenberg tijdens zijn jaren uit de sport of voor de directe toekomst niet naar andere raceklassen keek of kijkt. “F1 is de koningsklasse van de autosport. De ultieme uitdaging is hier: beste coureurs, de meest dynamische en snelste auto’s te wereld, het beste alles. Daarom ben ik hier. Toen ik opgroeide, was hier waar ik wilde zijn. Daarom wilde ik ook hier terugkeren en nergens anders.”

Mentaal fit zijn is de sleutel volgens Hulkenberg

Met succes dus, want met het bescheiden Haas presteert de Duitser boven verwachting. “Ik denk dat ik altijd goed was. In Formule 1 is het seizoen lang. Het is lastig om altijd honderd procent te zijn, om elk weekend te maximaliseren. Dat is momenteel één van de grootste uitdagingen in de Formule 1. Om gedurende 24 weekenden weinig fouten te maken, geen slechte dagen te hebben of in elk geval zo min mogelijk.”

“Bovenal zit het bij mij allemaal in het hoofd. Je moet gelukkig zijn, hongerig. Dat gevoel kan je niet kunstmatig opwekken of faken. Je moet dat echt voelen en hebben. Zo voel ik me nu. Daarom zit ik goed in mijn vel, ben ik gelukkig en tevreden met de positie waarin ik verkeer. Ik kijk dan ook uit naar de rest van het seizoen en de komende jaren.”

Hulkenberg vindt het niet lastig om fit te blijven. “Veel mensen waarderen en beseffen niet helemaal hoe fysiek zwaar het is om een Formule 1 Grand Prix te rijden”, zegt hij. Maar de belasting is anders dan bijvoorbeeld in het voetbal, waar de kans op blessures groter is en daardoor een langjarige loopbaan in gevaar kan komen. “Je ziet het met Fernando [Alonso], Lewis [Hamilton], die zijn zelfs een paar jaar ouder dan ik. Zij kunnen het nog steeds.”

Stoppen? Hulkenberg denkt er (nog) niet aan

Wanneer Hulkenberg het dan wél genoeg vindt? “Als de houdbaarheidsdatum verstreken is. Ik weet de datum nog niet”, reageert hij. “Zolang ik presteer. Ik ben de eerste die zal zeggen: ‘Het is tijd voor een jongere gast om het over te nemen’. Maar uiteindelijk heb je jongere mensen nodig die me eerst alle hoeken van de baan moeten laten zien, voordat dit zo ver is. Zolang ik ze kan bijhouden en verslaan, zolang ik me gelukkig voel en het plezier heb, zoals nu, ga ik door.”