Horner denkt dat het allemaal wel goedkomt: 'Het kan snel veranderen'

F1 Nieuws

Christian Horner over tempo Red Bulls vergeleken met McLaren
26 augustus om 14:00
  • Toby Nixon

Red Bull Racing had in de duinen van Zandvoort geen antwoord op de snelheid van McLaren. Ruim 22 seconden was het verschil tussen Lando Norris en Max Verstappen toen de finishvlag werd gezwaaid. Christian Horner vertelde na de Grand Prix over de snelheid van McLaren in gesprek met onder anderen GPblog.

Red Bull leek aan het begin van het seizoen opnieuw de benchmark te leggen voor de rest in 2024. Er is inmiddels veel veranderd, zo ziet ook Horner: “Het laat gewoon zien dat de dingen heel snel zijn gegaan. Ik bedoel, we wonnen races met 20, 25 seconden verschil. Stefano [Domenicali, CEO van het Formula One Management] vroeg ons om het rustiger aan te doen in de eerste vijf races. Dan kan het snel veranderen en dat betekent ook dat het ook de andere kant op kan veranderen.

Verstappen en Red Bull hebben verbetering nodig

Horner beseft zich wel dat Red Bull een probleem heeft: “Je hoort Max zeggen, zeker vandaag, dat hij niet het gevoel had dat de auto reageerde op wat hij wilde. Ik denk dat we in staat moeten zijn om dat door te vertalen naar een set-up die onder alle omstandigheden met deze banden werkt. McLaren deed dat vandaag met Lando. Het lukte ons niet, maar we hebben de schade beperkt. Als je niet kunt winnen, moet je als tweede eindigen. Ik denk dat het meer de vraag is waar anderen prestaties vonden. En ik denk dat de voorvleugel een belangrijk gebied is waar anderen prestaties hebben gevonden.

Horner vervolgde: “De McLaren is de laatste paar races de benchmarkauto geweest en we zijn ons ervan bewust dat we daarop moeten reageren. Iedereen in Milton Keynes werkt ongelofelijk hard om daarvoor te zorgen.” Voor Red Bull komt een verbetering liever vandaag dan morgen. Het verschil in het constructeurskampioenschap is nog maar 30 punten, wat betekent dat McLaren in principe in Monza al voorbij zou kunnen gaan aan het Oostenrijkse team.

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met Cas van de Kleut