F3-coureur Van Hoepen steeds dichter bij de grote droom: ‘Ik weet dat ik goed ben’

Het was een eerste seizoen met hoogte- en dieptepunten; met drie podiumplekken in sprintraces, maar ook een ongelukkige diskwalificatie na de hoofdrace in Hongarije - waar Van Hoepen juist knap tweede was geworden. Belangrijker nog dan de resultaten is zijn persoonlijke ontwikkeling, uiteraard gericht op dat ene doel. “Echt op de limiet van de auto rijden”, noemt Van Hoepen allereerst in gesprek met GPblog, gevraagd naar wat hij met name heeft geleerd in de F3.

“Hier voel je de downforce veel meer dan in FRECA (de klasse waarin Van Hoepen vorig jaar actief was, red.). Met elke auto, al rijd je met een Renault Clio, krijg je overstuur. In dat opzicht is het niet veel anders. Maar de bochtensnelheid die je hier mee kan nemen, is veel groter dan in FRECA. En wat ik ook verder leer is de banden managen; ze op temperatuur brengen, zorgen dat ze in de juiste window zijn. Je moet echt aanvoelen wanneer je kan pushen en wanneer je juist moet inhouden. Dat is zo moeilijk. zelfs in de Formule 1 maken die gasten daar fouten in. Ik merk dat het steeds beter gaat, dat ik het gevoel heb: ‘Nu kan ik pushen, nu heb ik grip’.”

Standvastiger in zijn besluiten

Pas zijn eerste jaar tussen de grote jongens is Van Hoepen zeker niet uitgeleerd. Terwijl de F1-wagens voorbij razen, zegt hij: “Sowieso de juiste beslissingen nemen kan beter, die neem ik namelijk nog niet altijd. Niet alleen op de baan, maar ook als je in de pitlane staat en je hebt een rondje gereden. Bijvoorbeeld in Barcelona, toen had in mijn eerste kwalificatie run onderstuur. Daarna zijn we naar overstuur gegaan en had ik dát te veel. Zijn we er vervolgens tussenin gaan zitten, had ik beide. Wat ik bedoel te zeggen: Ik moet dus meer de kalmte bewaren. Denken: ‘Ik heb overstuur, daar moet ik mee leven’. Dan moet ik me gewoon aanpassen.”

Maar, zo benadrukt Van Hoepen, het zijn ‘allemaal kleine dingetjes’ die hij moet verbeteren. Bij het verder finetunen krijgt de coureur uit Wassenaar hulp van ‘mentor’ Nyck de Vries. “Hij was er bijvoorbeeld bij in Silverstone. Als ik een vraag heb, dan bel ik hem op en bespreken we wat het beste is. Daar helpt hij me enorm mee. Voor de rest werk ik met het team samen’, zegt Van Hoepen, die ook veel opsteekt van de F1-sessies. “Vooral op de livestream ben je aan het kijken. Wat doet de F1, welke lijnen rijden zij? Niet dat je zelf de lijn niet weet. Maar wel dat je bekijkt; als zij nou andere lijnen rijden, dan leggen ze veel meer rubber neer en kan het zijn dat je beter daar kan gaan rijden.”

Van Hoepen jong volwassen

Wie Van Hoepen zo hoort praten, denkt zeker niet te maken te hebben met een jongeling van achttien jaar oud. Zoals veel coureurs lijkt hij veel ouder dan in zijn paspoort staat. “Vanaf jonge leeftijd word je in een hele professionele omgeving grootgebracht”, verklaart de Nederlander hoe dat kan. “In de karttijd ben je al bezig met data, met banden, Als je zo jong begint, ben je gedwongen om snel op te groeien. Wat wel goed is. Ik merk wel dat het er wel een verschil is met mijn vrienden in Nederland. Zij studeren net, dat is toch een heel andere manier van leven dan ik op dit moment heb.”

In 2023 slaagde Van Hoepen op de middelbare school, maar waar zijn klasgenoten kozen voor een studie, ging hij fulltime voor het racen. “Ik probeer wel dingen te leren naast het racen, omdat het heel belangrijk is om te blijven groeien als persoon, op en naast de baan. Zo word je een beter persoon. Dat je breed georiënteerd bent; als je ergens een wiskundesom ziet, dat je die ook kan oplossen. Ik ben aan het kijken of ik er een kleine studie naast kan doen. Maar ik ga niks van het racen laten vallen, zodat ik kan studeren.”

Van Hoepen vol zelfvertrouwen

Eerst alles op alles zetten om de F1 te bereiken. Van Hoepen beseft dat van de vijftig coureurs die momenteel in F2 en F3 rijden er maximaal drie doorstoten tot de Formule 1. “Van die vijftig, zo weet ik van mezelf - en dat is stom om van jezelf te zeggen - dat ik goed ben. Ik weet niet of ik de beste ben, dat is moeilijk te zeggen. En uiteindelijk is de kans zo klein, het heeft ook veel met geluk te maken. Als je op goede moment bij het juiste F2-team zit, net als er F1-coureurs weggaan, dan heb je een hele grote kans. Maar je kan ook F2-kampioen worden en niemand gaat weg in de Formule 1; kan je nog zo goed zijn, dan kom je er niet. Zie Théo Pourchaire vorig jaar.”

Zijn toekomst is nog onduidelijk. Er lopen gesprekken met F1-teams om tot hun opleiding toe te treden, maar dat is iets voor de mensen om hem heen om te regelen. En in welke klasse Van Hoepen in ‘25 uitkomt? “Omdat uiteindelijk het doel Formule 1 is, denk ik dat het wel goed is om een extra jaar te doen in F3. Om te vechten om de titel, ook omdat ik ieder weekend veel blijf leren. Ja, ik heb al veel ervaring opgedaan. Maar eenmaal in de F2 moet je er meteen staan. Je wilt jezelf de beste kans geven. En om dat te doen, is het misschien beter nog een jaar F3 te doen. Maar het nadeel is dat er een nieuwe F3-auto komt. Dus het is afwachten welk team snel en welk langzaam gaat zijn. Dat maakt het wel weer extra complex.”