Onrecht in de sport: Een non-talent in de F2, terwijl een talent zonder geld thuis zit

Niels Koolen is een vriendelijke jongeman, maar laten we eerlijk zijn: Als je zó van de pace af zit, dan heb je helemaal niets te zoeken in een veld met de grootste autosporttalenten ter wereld. Zijn team AIX Racing zal ook niet ontkennen: De enige reden dat Koolen twee weekenden mag racen, is omdat zijn vader - die een vermogen verdiende met de verkoop van Booking.com - een enorme financiële bijdrage leverde; geld dat AIX goed kon gebruiken. Want ook de Duitse equipe wist op voorhand dat Koolen nooit in zijn loopbaan in single seaters in de punten was geëindigd (in de wetenschap dat je in Indy NXT ook punten krijgt als je überhaupt meedoet). 

Koolen voldeed aan de reglementen

Wat Koolen in de twee sessies in Baku liet zien, was lachwekkend en schrijnend tegelijk. Tien seconden langzamer dan de nummer één in een vrije training, de op één na laatst geklasseerde was nog vijf seconden sneller dan de Nederlander. In de kwalificatie ging het beter, maar beschamend was zijn optreden nog steeds. GPblog vroeg vrijdag aan de organisatie van de Formule 2 om een reactie op het optreden van Koolen. Een woordvoerder liet weten: “Volgens de Sporting Regulations van 2024 heeft Niels Koolen zich gekwalificeerd binnen de 107 procent. Hij heeft geen enkel gevaarlijk rijgedrag vertoond. Daarom zal hij racen”, was de reactie.

Dat Koolen mee kan doen in de F2 voelt onrechtvaardig. Zeker in de wetenschap dat O’Sullivan, een coureur die dit seizoen twee races in F2 won (en bovendien eind ‘23 namens Williams de VT1 in Abu Dhabi reed) inmiddels van het toneel verdwenen is, omdat hij niet over een steenrijke papa beschikt. In een interview - dat binnenkort op GPblog verschijnt - stelt Bruno Michel, de CEO van de Formule 2, dat hij nog nooit een coureur vanwege een gebrek aan geld niet heeft kunnen doorstromen in de autosport.

Tegelijkertijd, zo zegt de Fransman tijdens het gesprek, is het ‘een beetje oneerlijk’ om te zeggen dat sommige coureurs zogenaamde paydrivers zijn; coureurs die niet vanwege hun kwaliteiten, maar dankzij een flinke sponsorbijdrage mogen meedoen. Helaas bewees afgelopen weekend dat de realiteit anders is.

Coureurs in de Formule 1 maken zich zorgen

Afgelopen donderdag vond ook Fernando Alonso, gevraagd naar het gedwongen moeten afhaken van O’Sullivan vanwege financiële redenen, dat autosport ‘extreem duur’ is geworden. “Ik denk dat het in het karten al een beetje uit de hand is gelopen”, sprak de Spanjaard. “Tweehonderdduizend, een kwart miljoen euro kost een seizoen karten nu. Dat is geen goed begin voor een fan van autosport. Dus ja, er is geen eenvoudige oplossing. En ik weet niet hoe dit gereguleerd kan worden. Maar ik denk dat we ons hier allemaal zorgen over maken.”

Pierre Gasly ging zelfs een stapje verder. De Franse coureur van Alpine vindt dat de gemotoriseerde sport actie moet ondernemen om de kosten voor talenten te drukken. “Ik denk dat we als sport al veel verbeteringen hebben doorgevoerd, qua integriteit, diversiteit en zo voort. Maar we qua kostenreductie absoluut een stap zetten. Persoonlijk heb ik goede vrienden in het karten, die zeer veel talent hadden moesten stoppen na de Formule 4, omdat ze een stap hogerop niet konden betalen. Als sport moeten we dit probleem tackelen”, zei Gasly.

Helaas is dat niet van de ene op de andere moment geregeld en moeten we met lede ogen aanzien hoe Niels Koolen dit weekend in Baku nog tweemaal in actie komt. Laten we hopen dat het daarbij blijft en Zak O’Sullivan vervolgens zijn stoeltje krijgt.