Vandoorne wil moeilijke tijd achter zich laten: 'Hopelijk valt alles ineen'

Interview

interview stoffel vandoorne over formule e, wec en zijn loopbaan

Stoffel Vandoorne staat met Maserati voor een nieuw avontuur in de Formule E. GPblog sprak met de voormalig wereldkampioen in de Formule E over zijn moeizame laatste seizoenen in de sport, het verfoeide ‘peloton-rijden’, de verbeterpunten voor het Formule E-kampioenschap en het old school racen in het World Endurance Championship (WEC).  

Stoffel Vandoorne draait er niet omheen. “Het is zeker niet gemakkelijk”, zegt Vandoorne tijdens een exclusief gesprek met GPblog, ingaand op zijn laatste, moeilijke seizoenen. Daarin kwam hij in het WEC uit voor Peugeot - een team in opbouw en als gevolg een flinke achterstand op de topfabrikanten in deze klasse - en in de Formule E voor DS Penske. Met deze equipe reed Vandoorne vooral rond in de middenmoot, na in ‘22 met Mercedes nog wereldkampioen in de Formule E te zijn geworden.

“Je wilt niet naar een wedstrijd gaan om enkel voor punten mee te doen. Dat is zeker niet makkelijk. Maar het is nou eenmaal autosport. Je kan niet altijd op het juiste moment op de juiste plaats zitten. Daar moet ik het nu mee doen. Ik probeer het maximale eruit te halen. Hopelijk valt alles op een bepaald moment allemaal in elkaar, om dan voor overwinningen en het kampioenschap te vechten. Op dit moment is dat een beetje lastig en we hebben de voorbije twee jaar zeker geen goede resultaten behaald.”

Vandoorne hoopt op betere tijden bij Maserati, het team uit Monaco waaraan hij zich kortgeleden verbond. “Een belangrijke reden om voor Maserati te kiezen was dat ik bij dezelfde groep kon blijven; vorig jaar zat ik bij DS Penske en nu dus Maserati en het blijft binnen de Stellantis groep. Dat was voor mij best belangrijk, vooral voor mijn contract met Peugeot, dat ook tot dezelfde groep behoort. Daardoor kan ik in WEC én Formule E blijven rijden. En het team is natuurlijk een mooi team.”

Vandoorne geeft toe: 'Ik haat het'

Qua powertrain kan Maserati niet tippen aan de concurrenten van Porsche en Jaguar, maar niets is tegenwoordig zo onvoorspelbaar als de Formule E. Met de huidige generatie wagens wint niet altijd de snelste auto, wel de coureur die het beste met de beschikbare energie omgaat. Dat leidde afgelopen jaar tot soms absurde wedstrijden, waarin rijders vooral niet op kop wilden rijden. Al snel kreeg deze manier van racen - waarbij de concurrent de kop op werd gedrukt - vergeleken met het peloton-rijden in het wielrennen.

Eerder lieten onder andere Robin Frijns en Jean-Éric Vergne weten deze manier van racen helemaal niets te vinden. Vandoorne is het eens met zijn collega’s: “Ik haat het. Het is niet echt racen. Het draait niet om de snelste op de baan te zijn. Het gaat erom om op het juiste moment op de juiste positie te zijn. Je moet uit de problemen proberen te blijven. Het is een strategisch spel.”

“Natuurlijk, met de auto kan je een verschil maken, want als je efficiënter bent dan de anderen, dan helpt dat natuurlijk. Het is een hele bizarre manier van racen. Je kan van laatste tot eerste gaan, van eerste tot laatste, en twintig keer van positie veranderen tijdens de wedstrijd. Het is heel moeilijk voor mensen om dit te begrijpen.”

'Formule E heeft snellere auto's nodig'

Formule E; je haat het of je houdt ervan. Er waren al genoeg racefans die niets op hebben met de FE vanwege het gemis van het constante gebrul van benzinemotoren. Het peloton racen heeft de sport waarschijnlijk evenmin geen goed gedaan. “Het is moeilijk te zeggen: Ik denk dat er een groep mensen is die het wel heel leuk vindt en er is een groep die het ook minder leuk vindt. Ik denk dat de fans die het leuk vinden, omdat er veel actie is. Maar mensen binnen de autosport, die de sport begrijpen, vinden dat het nergens op slaat. We zullen het zien hoe het verder evolueert. Volgend jaar zijn er wat veranderingen en we zullen zien hoe de wedstrijden verlopen”, meent Vandoorne.

In elk geval zijn er nog genoeg fans te winnen voor de Formule E. De interesse in de sport lijkt de laatste jaren te stabiliseren en het blijkt voor de organisatie niet altijd even eenvoudig om geschikte race locaties te vinden. Vandoorne vindt het lastig aangeven wat de sport nodig heeft om een groter publiek te trekken. Dan zegt hij: “Ik denk dat we allereerst snellere auto’s nodig hebben.”

“Het type wedstrijden dat we nu hebben, is niet wat de rijders willen. Dus met snellere auto’s denk ik dat men ons serieuzer begint te nemen. Want nu vergelijken mensen ons met andere categorieën en de rondetijden zijn niet zo super. We moeten een auto hebben waarmee de rijders echt mee willen rijden en echt blij zijn op het moment dat ze uit de auto stappen.”

Vandoorne ziet gelijkenissen met Formule 1

De reeds aangehaalde Robin Frijns zei eerder ook blij te zijn als hij wedstrijden in het WEC had en de Formule E even achter zich kon laten. Zo ver wil Vandoorne niet gaan. “Maar er is daar een andere mentaliteit. WEC is natuurlijk leuk, het is een hele andere manier van rijden. Meer old school. Het is racen zoals iedereen kent.”

“Oké, Formule E is anders, maar op een bepaalde manier apprecieer ik het ook. Het is een professioneel kampioenschap. De manier van werken binnen de Formule E is helemaal top. Het niveau van de engineering is echt Formule 1-niveau. Ik waardeer de manier waarop we werken in de Formule E. Oké, de auto’s zijn misschien niet de leukste waarmee we racen. Maar om in het kampioenschap succesvol te zijn, dat is niet gemakkelijk.”

Wie weet is Maserati het team dat Vandoorne de tools geeft om succesvol in de Formule E te zijn. “Het doel is om een goed seizoen in de Formule E te hebben. Ik denk dat we daar uiteindelijk de beste kans hebben om iets moois te doen. Er zijn wat veranderingen voor volgend jaar. Ik denk dat de mensen capabel zijn om een heel sterk team te vormen. Of we kunnen winnen, dat weet ik niet. Ik denk dat dat misschien wat te moeilijk wordt. Als we een seizoen kunnen hebben waarin we constant punten scoren, met enkele highlights, dan zal het een mooi jaar zijn.”