Dilemma voor McLaren: Het voorbeeld van Red Bull volgen of niet?

Stilstand is achteruitgang, zo luidt het bekende adagium in de Formule 1. Ook al heb je de beschikking over een wagen die op één na alle Grands Prix weet te winnen en het daaropvolgende seizoen ook uitstekend start, dat is geen garantie dat je als eerste eindigt in het kampioenschap bij de constructeurs. Red Bull Racing weet er alles van, want het o zo dominante team van Max Verstappen en Sergio Perez is inmiddels ingehaald door McLaren - en ook Ferrari en Mercedes zijn geregeld sneller.

Verkeerde keuzes van Red Bull

Dat Red Bull niet meer de standaard is in de Formule 1, is onder meer te wijten aan het niet juist weten doorontwikkelen van de RB20. In de laatste maanden heeft het Oostenrijkse team updates op de bolides gezet, die uiteindelijk eerder een verslechtering dan een verbetering bleken. Dat is het constante dilemma waar F1-teams mee worstelen: Enerzijds moet je proberen vooruit te blijven door steeds te blijven evolueren, aan de andere kant kunnen die updates je ook de verkeerde richting op brengen. Met alle gevolgen van dien.

Juist dat is een dilemma waar McLaren momenteel mee kampt. Voor de Amerikaanse Grand Prix brengen alle concurrenten van McLaren - waaronder dus Red Bull - grote updates mee. Hoewel de Britten de vorige wedstrijd in Singapore een enorme superioriteit toonden en er niets doet vermoeden dat die in Austin zomaar verdwenen is (ook al is het Circuit of the Americas onvergelijkbaar met het Marina Bay circuit in Singapore), kan het team eigenlijk niet achterblijven. Met het risico dus dat die nieuwe onderdelen geen verbetering zijn of - in het ergste geval - een verslechtering.

Inmiddels is de knoop doorgehakt: in Austin gaat McLaren écht met een ingrijpend update-pakket komen. Andrea Stella, de teambaas, stelt namelijk dat je in de Formule 1 nooit je voet van het gas mag halen. Niet alleen McLaren gaat met argusogen bekijken of daarmee hun wagen sneller wordt, de concurrentie doet dat zeker ook.