In de voetsporen van Verstappen? Deze simracende Max droomt van F1

Interview

interview max esterson uit f2 over racen in sim en tegen verstappen
Vandaag om 18:00
Laatste update: om 18:12

Misschien is het de naam. Net als Max Verstappen is Max Esterson (22) zowel autocoureur als een meer dan begenadigd simracer. De Amerikaan, komend seizoen uitkomend in de Formule 2, is in de sim zelfs zo goed, dat zesvoudig IndyCar-kampioen Scott Dixon bij een indertijd piepjonge Esterson in de leer ging om de kneepjes van het simracen te leren. Nu probeert Esterson in de echte wereld de Formule 1 te bereiken.

Wellicht dat Max Verstappen het zich niet kan herinneren, Max Esterson weet het wel nog. Het Amerikaanse talent heeft het in de virtuele wereld opgenomen tegen de viervoudig wereldkampioen in de Formule 1. “Ik weet niet of ik hem heb verslagen, maar ja, we hebben zeker samen aan een aantal races meegedaan”, vertelt Esterson tijdens een exclusief gesprek met GPblog.

“Iedereen kan spelen, en soms ben je tegelijkertijd online en word je samen in een race gezet. Dus ja, zeker, we hebben de baan gedeeld. Op dit moment is Max erg goed. Hij brengt veel tijd door op de sim, ik denk meer dan ik op dit moment”, vertelt de Amerikaan, in het besef dat hij in de sim weinig voor Verstappen onderdoet. “Ik denk dat op het hoogste niveau in iRacing iedereen vrij dicht bij elkaar zit.”

Het voordeel van simracers

Het verhaal van Max Esterson is anders dan van zijn meeste collega’s in de Formule 2. In plaats van op jonge leeftijd met de kartsport te starten, bracht de huidig Trident-rijder zijn dagen door met simracen. “Ik groeide namelijk op midden in New York City, dus karten was bepaald niet makkelijk om daar te doen”, zegt Esterson, die al snel doorkreeg bijzonder goed te zijn in het virtueel racen en vele uren maakte in de virtuele wereld.

Esterson denkt dat een hoop toppers in de virtuele wereld hun mannetje zouden staan in de echte racerij. Hij meent ook dat het zijn van een goede simracer helpt bij het racen in auto’s. “We zien dat Max non-stop in de sim zit. Hij heeft een sim in zijn vliegtuig, heb ik gehoord. Hij komt thuis van de raceweekenden en hij zit op iRacing. Dus dat is duidelijk een voorbeeld.”

“Ik denk dat het goed is om zo scherp te blijven. De racecraft enzo, het vechten, het is een beetje hetzelfde. Je voelt de druk. Als je op de grid staat voor een race, voel ik me zeker bijna net zo gestrest als bij een echte race.”

Esterson aan de slag met Scott Dixon 

Toch zijn er ook verschillen. Zo denkt Esterson dat een simcoureur een kwaliteit moet hebben die minder van toepassing is voor een autocoureur: "Het vermogen om niet opgebrand te raken. Het is heel makkelijk om gefrustreerd te raken omdat je zoveel moet rijden en zoveel moet oefenen. Gewoon dingen herhalen, nieuwe dingen proberen, ronde na ronde. Dus ik denk dat als je efficiënt kunt oefenen en gewoon gemotiveerd blijft, dat dit een goede kwaliteit is.”

Sinds de COVID-periode is simracen qua populariteit enorm gegroeid. Het was in die jaren dat autocoureurs massaal hun toevlucht zochten in de sim, om zo competitief bezig te blijven. Ook Scott Dixon, de Nieuw-Zeelandse IndyCar-legende, besloot om aan de slag te gaan in de virtuele wereld. Klein probleem: Daar wist hij nauwelijks iets van, dus klopte hij aan bij Max Esterson.

Een opmerkelijke combinatie. “Hij was van de generatie vóór alle sims”, lacht Esterson. “We zijn al een aantal jaar heel close met Scott en Chip Ganassi, dus hij wist dat ik heel goed was in de sim. Dus hij vroeg: ‘Hoe begin ik?’Hij had een beetje hulp nodig. Hij wist niet wat hij moest kopen voor een sim of zoiets, dus ik hielp hem daarmee en ik deed een beetje met hem trainen om te laten zien hoe iRacing werkt, dus dat was cool.”

Esterson via Europa in de F1?

Wellicht dat Dixon op zijn beurt Esterson wat tips heeft gegeven, want de Amerikaan is inmiddels doorgestoten tot een topklasse in de autosport. Pas in 2020 reeds de F2-rijder zijn eerste autorace, in het Amerikaanse Formula Ford. Om meer vlieguren te kunnen maken, verhuisde hij al snel naar het Formula Ford-kampioenschap in Engeland.

“Ik denk dat ik tussen april en oktober dat jaar 70 dagen in de auto heb gezeten. Dat was wat ik nodig had, want ik had natuurlijk geen ervaring met karten of zoiets. Dus ik hoefde alleen maar te rijden, en dat was de goedkoopste en de beste plek om te leren.”

Vervolgens stroomde Esterson door naar GB3. “Natuurlijk zijn er super goede coureurs in de VS. Maar ik denk dat het veld in Europa sterker is. Het niveau is over het algemeen hoger; qua teams en de engineering. En de kosten [om te kunnen racen] zijn niet echt laag in de VS. Dus ik denk dat het daarom logisch was om hier te zijn.”

De weg naar de Formule 1 loopt doorgaans via de Europese raceklassen. Voor Esterson was het dus logisch om in Groot-Brittannië te gaan wonen en racen. De jongeling - tevens in het bezit van een Brits paspoort - vond het vooral qua logistiek een grote stap om huis en haard te verruilen voor Engeland.

Maar: “Het hielp natuurlijk wel dat ze in het Verenigd Koninkrijk Engels spreken. Als ik was verhuisd naar een land waar ik de taal niet zou spreken, want het een stuk moeilijker. Maar ja, je leert overleven en voor jezelf zorgen. Dus het is een goede ervaring.”

De volgende Amerikaan in de F1?

Inmiddels is Esterson doorgedrongen tot de Formule 2, na afgelopen jaar in F3 actief te zijn geweest. Om na slechts één seizoen hogerop te gaan, is een bewuste keuze. “Ik stapte al na één jaar in de Formule 3 over, omdat veel coureurs uit de Formule 3 overstapten. Het was dus logisch om met hen in dezelfde klasse te blijven in plaats van achter te blijven [in F3].”

Al twee raceweekenden deed Esterson in ‘24 mee in de F2. Over Qatar is hij tevreden, Abu Dhabi noemt hij een worsteling. “Maar bij de test boekten we veel vooruitgang. Ik werd derde op de tweede dag met dezelfde band als de rest. Dus het team heeft zeker een goede stap met de auto gezet tijdens de test, en ik weet dat ze deze winter veel veranderingen doorvoeren. Dus ik denk dat als ik me gewoon vaak in de top 10 kwalificeer, dat me in een goede positie zou moeten brengen om veel punten te scoren.”

Want Esterson weet ook: Om in de F1 te komen, moet een coureur in zijn eerste jaar in F2 er eigenlijk meteen staan. “Ja. Als je in je eerste jaar competitief kunt zijn, laat dat zeker zien dat je een sterke rijder bent. Want zoals je zei, we vrijwel hebben geen tijd om te testen. Wat de mensen willen zien, is dat je je snel kan aanpassen.”

Uiteindelijk wil Esterson graag de eerstvolgende Amerikaan in de Formule 1 zijn. “F1 is duidelijk het ultieme doel. Ik ben realist, ik weet dat het voor iedereen bijna onmogelijk is om te bereiken. Het maakt niet uit hoe goed je bent om het te maken, het is super moeilijk.”

“Maar als het niet lukt, wil ik nog steeds professioneel rijden; dat is het doel en ervoor betaald worden. Dus IndyCar, sportwagens, Formule E, alles zou goed zijn, zolang het maar competitief is en ik ervoor betaald word.”