F1 Nieuws
Ferrari geeft inkijk in ontwikkelingsproces: ‘Elke milliseconde relevant’
Als Performance Director had Loïc Serra een belangrijk aandeel in het succes van Mercedes. Inmiddels is de Fransman als Chassis Technical Director in dienst van Ferrari, het team dat zo hunkert naar een nieuwe wereldtitel. Wellicht lukt dat met de SF-25; een auto die gestoeld is op het concept van vorig jaar, maar wel veel nieuwe onderdelen bevat.
Kijkend naar hoeveel de auto is veranderd ten opzichte van vorig jaar, verwacht u dan aan het begin van het seizoen een langere leercurve vergeleken met uw rivalen?
Loïc Serra: “De auto is meer een continuering van de vorige auto. Dus effectief hebben we veel onderdelen veranderd. We hebben de meeste onderdelen van de auto veranderd. Maar het belangrijkste performance concept blijft hetzelfde. Dus ik verwacht eigenlijk geen leercurve die steiler is dan vorig jaar. Hopelijk zal de ontwikkelingssnelheid worden opgevoerd, te vergelijken met wat die was aan het einde van het vorige seizoen. Maar ik verwacht niet per se dat de auto heel anders zal zijn.”
Natuurlijk is 2025 pas net begonnen, maar iedereen kijkt ook naar 2026. Hoe kijkt u naar de technische set van regelgeving na de laatste updates van de FIA voor 2026?
“Nou, 2025 gaat een behoorlijk moeilijk seizoen worden, een behoorlijk uitdagend seizoen. Dus als je erover nadenkt, moeten we twee auto's ontwikkelen, twee heel verschillende beesten in hetzelfde jaar. En zoals je al zei, de regelgeving van 2026 is behoorlijk anders, omdat het de krachtbronnen beïnvloedt, het chassis beïnvloedt en de banden ook anders zijn.”
“Dus dit gaat een grote uitdaging worden. We weten ook dat we een SF-25 hebben waarbij elke milliseconde telt. En het wordt steeds moeilijker om die performance te vinden. Maar deze milliseconden zijn relevant. Maar voor de auto van 2026 hebben we juist een blanco papier, wat ons een zeer steile ontwikkelingscurve geeft. Dus het zal ook erg moeilijk zijn om de ontwikkeling van de twee [auto’s] in evenwicht te brengen. Wij kijken er dus naar uit.”
Kunt u ons vertellen wat het grootste verschil is tussen Mercedes-Benz en Ferrari, op basis van wat u in uw eerste maanden in Maranello heeft gezien?
“Nou, allereerst heb ik nu een andere rol. Dus mijn visie op het team is heel anders. Mijn perspectief op het team is heel anders. En wat ik zie bij Ferrari is talent, motivatie en alle ingrediënten om vooruit te komen.”
Hoe ziet u uw rol dit jaar vergeleken met die van bij Mercedes-Benz? En waar denkt u deze auto als technisch directeur te kunnen verbeteren?
“Deze rol is eigenlijk een evolutie van wat ik eerder heb gedaan. Ik heb het geluk dat ik word omringd door zeer bekwame en ervaren mensen op verschillende gebieden. En zij helpen me daar enorm bij. Wat betreft waar we de auto kunnen verbeteren, denk ik dat het op elk mogelijk detail is.
“Dus als je denkt aan de startopstellingen van vorig jaar, dan was de auto voor ons ongeveer 30 milliseconden sneller dan wij. En als je dat in gedachten houdt, denk je: ‘Oké, maar dan telt elke milliseconde die we vinden, of het nu gaat om de aerodynamica, de ophanging of het bandenbeheer’.”
We praten vaak over de manier van rijden van twee coureurs, en soms horen we dat Lewis Hamilton en Charles Leclerc een vergelijkbare manier van rijden hebben. Op welke manieren kan de coureur bij de ontwikkeling van de auto helpen?
“Ik denk dat een van de belangrijkste aspecten van de feedback van de coureur over de auto het effectief beschrijven is van de beperkingen van de auto op de circuits, en het beschrijven van wat hij nodig heeft om sneller te gaan. Dus het grootste deel van de ontwikkeling wordt tegenwoordig virtueel gedaan, en het virtuele is niet het echte. Dus het element van wat moeten we doen om de auto sneller te maken? Alleen een mens kan dat beschrijven.”