Honda's historie in Formule 1 | Van diepe dalen tot grote pieken
Honda kent een rijke historie in de Formule 1. Het merk nam de afgelopen tientallen jaren deel aan de koningsklasse van de autosport als raceteam en als motorleverancier. Welke routes bewandelden de Japanners om te komen waar ze nu zijn?
In 1960 brengt Honda haar eerste personenauto op de markt. Slechts drie jaar later besluit men om ook raceauto’s te gaan bouwen, en wel in de Formule 1! Daarmee is Honda ook direct het eerste niet-Europese merk dat deelneemt aan de hoogte autosportklasse. Na Ferrari is Honda de tweede formatie die zowel het chassis als de motor zelf bouwde.
Heel succesvol verliep dat echter niet. In haar eerste seizoen doet Honda met één wagen mee aan drie races (in die tijd was het gebruikelijk dat er niet werd deelgenomen aan elke Grand Prix op de kalender) en haalde het geen enkele keer de finish. Een jaar later, in 1964, verschijnt Honda met twee auto’s aan de start. De resultaten zijn aanvankelijk opnieuw teleurstellend, maar in de laatste race van het jaar in Mexico pakt Richie Ginther de eerste overwinning ooit voor Honda.
In de drie jaar die volgen wordt er nog één keer gewonnen (Italië, 1967) en worden er nog drie podiumplekken gescoord. Ondanks veel DNF’s worden de resultaten beter, maar na een ongeluk tijdens de Franse Grand Prix waarin Jo Schlesser omkomt, trekt Honda zich terug uit de Formule 1. Dat heeft twee redenen; het feit dat Honda personenauto’s in de Verenigde Staten wil verkopen en en de dood van Schlesser.
Honda’s eerste terugkeer
Honda keert in 1983 terug naar de Formule 1 als motorleverancier voor Spirit en verblijft een decennium lang in de sport. Honda werkt samen met Williams (1983-1987), Lotus (1987-1988), McLaren (1988-1992) en ook Tyrrell (1991). De Japanse power units presteren aan het eind van 1985 formidabel. Het blijkt het begin van Honda’s glorietijden in de koningsklasse van de autosport te zijn.
Honda levert motoren aan zes opeenvolgende constructeurskampioenen (twee met Williams 1986-1987 en vier met McLaren 1988-1991), evenals vijf opeenvolgende rijderskampioenschappen (één van Nelson Piquet in 1987, drie van Ayrton Senna in 1988, 1990 en 1991, en één van Alain Prost in 1989), alvorens weer uit de sport te stappen. Waarom stopte Honda? Ze hadden hun doelen bereikt! Echter zal ook de wereldwijde recessie van invloed zijn geweest op de beslissing van Honda.
Comeback belemmerd
In 1998 overweegt Honda om zelf weer met eigen auto’s aan de start te gaan verschijnen. Men is erg serieus en huurt de gerenommeerde Harvey Postlethwaite in als technisch directeur en designer. Bovendien wordt Kyle Petryshen van HRC overgenomen. In 1999 test Jos Verstappen met de wagen. Honda maakt indruk door sneller te rijden dan teams met grotere budgetten, dus alle ingrediënten zijn aanwezig voor een soepele comeback. Tijdens een andere test met de nieuwe wagen overlijdt Postlethwaite na een hartaanval. Het project krijgt uiteindelijk geen vervolg en Honda besluit om slechts als leverancier motoren te leveren aan BAR in 2000.
In 2001 en 20002 levert Honda ook motoren aan Jordan. Dit leidt uiteindelijk tot een strijd om het recht om de Honda-motoren. In 2003 stopt Honda met het leveren van power units aan Jordan en medio november 2004 koopt Honda 45 procent van het BAR-team. In 2006 verschijnt Honda op de grid met de naam Honda Racing, voortkomend uit BAR.
Het seizoen begint goed, maar al snel spelen betrouwbaarheidsproblemen op. Er worden personele wijzigingen gemaakt en vanaf Hongarije gaat het beter. Daar wordt voor het eerst gewonnen. Button scoort meer punten in de laatste zes races dan wie dan ook, maar een hoge eindklassering in het WK is dan al buiten zicht.
Verkoop van Honda
Het jaar 2007 gaat de boeken in als rampseizoen. Er wordt maar zeer sporadisch punten gepakt en er rollen koppen. Voor het 2008 jaar komt Ross Brawn de gelederen versterken, maar veel beter gaat het niet en halverwege het jaar komt de focus al op 2009 te liggen. Hoewel er hard gewerkt wordt aan de nieuwe wagen, staat het team van Honda in de verkoop.
Veel interesse is er niet en uiteindelijk wordt het team gered door een management buy-out onder leiding van teamleider Ross Brawn en chief executive Nick Fry. Brawn GP ontstaat en staat in 2009 op de grid met motoren van Mercedes en wordt direct wereldkampioen.
Huwelijk met McLaren
Na een periode van afwezigheid sluit McLaren een exclusieve deal voor motoren met Honda in 2015. Er worden in vijf races in totaal slechts 27 punten gescoord. Een jaar later gaat het nog niet geweldig, maar de progressie is zichtbaar met 76 punten, podiums zijn echter nog buiten bereik.
In 2017 ontwerpt Honda de hele motor opnieuw en moeten er serieuze stappen gezet worden. Het was het jaar waarin Fernando Alonso over de boordradio roept: ‘Deze Honda motor is net een GP2-krachtbron.’ De betrouwbaarheid is dramatisch en McLaren wordt negende in de strijd bij de constructeurs. McLaren verscheurt het contract met Honda en stapt over op Renault.
Honda verdwijnt echter niet uit de Formule 1, want Toro Rosso biedt uitkomst. Voor de Japanners is het direct de ultieme mogelijkheid om vanaf 2019 motoren aan het grote topteam Red Bull Racing te leveren. Honda verrast in 2018 bij Toro Rosso en pakt bijvoorbeeld met Pierre Gasly zelfs een vierde plek in de GP van Bahrein. Red Bull raakt overtuigd, Honda blijft zich ontwikkelen en de rest is geschiedenis.