De betrouwbaarheid van Honda gaat vooruit maar is nog niet optimaal

Beste materiaal

Ieder team dat met een eigen motor rijdt geeft aan dat zij het beste materiaal hebben. Zeker nu het komende seizoen niet lang meer op zich laat wachten. Alle motorfabrikanten vergelijken hun materiaal ook met die van de concurrentie en daaruit kan een gekleurd beeld ontstaan dat gepropageerd wordt door teambazen. De feiten op basis van 2019 laten heel duidelijk zien hoe het er voor staat en wie nog een verbeterslag kan maken.

Dan niet zozeer als het gaat om de kracht, maar meer om de betrouwbaarheid. Mercedes is wat dat betreft de absolute winnaar. Sterker nog, Lewis Hamilton heeft in heel 2019 geen enkele penalty gekregen voor het overschrijden van de limiet op nieuwe componenten, gezien teams maximaal 15 onderdelen per seizoen straffeloos mogen vervangen. De volgende in het rijtje is Romain Grosjean, die met een Ferrari-krachtbron rondreed en ook geen penalty's opgelegd kreeg.

Een ander punt wat van belang is, is dat er zes auto's rondreden met een Mercedes-krachtbron en hetzelfde geldt voor Ferrari. Daar tegenover staan vier auto's met een Honda-motor en vier auto's met een Renault-motor. Op basis van alle rijdende auto's en het vervangen van onderdelen blijkt Mercedes aan het einde van het seizoen het minst aantal onderdelen verwisseld te hebben. Ferrari volgt overigens kort daarop.

Honda en motoren

Honda heeft ten opzichte van de andere motorleveranciers het meest verbruikt als het op de ICE aankomt, wat staat voor 'Internal Combustion Engine'. Per coureur werden er gemiddeld zes motoren gebruikt, wat een overschrijding van drie op het maximaal toegestane aantal motoren per coureur is.

Ook gebruikten de Honda aangedreven auto's in 2019 de meeste elektromotoren ten opzichte van andere teams. Van de MGU-H (Motor Generator Unit-Heat), de motor die de turbo al op lage toeren laat werken, werden er per auto 4,5 gebruikt. Van alle motoronderdelen is de MGU-H het minst catastrofaal als deze het begeeft.

Mercedes had juist zo nu en dan wat problemen met de MGU-K (Motor Generator Unit-Kinetic), waarvan er tijdens het seizoen 24 zijn gebruikt. Honda volgt daar vlak na met 21 gebruikte MGU-K eenheden. De MGU-K is belangrijk, omdat het in tegenstelling tot de MGU-H voor directe aandrijving zorgt. Enegie dat bij het remmen vrijkomt, wordt direct omgezet in vermogen.

Bovengemiddeld op zes onderdelen

Mercedes gebruikte over de zes auto's ook de meeste Turbochargers met in totaal 24 tegenover de 21 die Honda bij vier auto's gebruikte, dus dat is eveneens een onderdeel waar Honda in verhouding aan de hoge kant zit. Enkel bij de ES (Energy Store) en CE (Control Electronics) lijkt het echt goed te zitten, daarmee heeft het merk in vergelijking met de andere teams het laagste verbruik.

Als het over de hele rit bekeken wordt, dan valt dus op dat Honda vier van de zes belangrijke componenten het meest gebruikt heeft of onder de grootverbruikers valt. Dat heeft zo nu en dan tot penalty's geleid, maar tegelijkertijd was de motor over het hele seizoen wel erg betrouwbaar en ook qua kracht heeft het zich bewezen met meerdere podiumplekken en overwinningen. Desalniettemin is het duidelijk dat er nog ruimte voor verbetering is op het gebied van de ICE, de Turbocharger, MGU-K en de MGU-H.

Honda heeft te kennen gegeven veel ambities met Red Bull Racing waar te willen maken en dat ze een concurrent zijn is een feit. Als ze ook op de genoemde punten de betrouwbaarheid nog weten te verbeteren voor het komende seizoen, dan ziet het er vooralsnog rooskleurig uit.