Is dit het slechtste Formule 1-team dat ooit aan een Grand Prix-weekend deelnam?
In een ver verleden kon bijna iedereen met goede wil en een beetje ambitie een Formule 1-team beginnen. Zo verschenen er tot de jaren 90 nog vaak teams op een Grand Prix weekend die weinig kans hadden om zich te kwalificeren. In de loop van de jaren 90 stierven dit soort ‘slechte’ teams langzaam uit. Hoewel de laatste in zijn soort misschien ook wel de slechtste was.
De laatste nieuwkomer in de Formule 1 is tot dusver een succesverhaal. Haas heeft zich met hulp van Ferrari kunnen vestigen als een behoorlijk presterende middenmoter. De lichting nieuwe teams van 2010 reden weliswaar allemaal achteraan, maar ook die konden aardig meekomen. Voor het laatste compleet gefaalde Formule 1-project moeten we echter terug naar 1997.
Dat jaar begonnen twee compleet nieuwe teams aan hun Formule 1-avontuur. Eén daarvan was het team van drievoudig wereldkampioen Jackie Stewart, die met fabriekssteun een heel aardig team wisten op te zetten. Ze vielen meer uit dan wie ook, maar de tweede plaats van Rubens Barrichello tijdens de Grand Prix van Monaco bewees dat er wel snelheid in de auto zat.
Het Cosworth onder de chassisbouwers
Nee, de vele uitvalbeurten van Stewart vielen in het niet bij wat het andere nieuwe team aan de dag wist te leggen. Lola was een Engelse chassisbouwer die al sinds de jaren 60 dezelfde rol vervulde als Cosworth dat voor motoren deed. Als privateer of fabrikant die weinig geld wilde uitgeven, kon je bij Lola een chassis voor een bepaalde raceklasse kant en klaar kopen.
Dat chassis was dan vaak ook nog behoorlijk competitief. Tot in de jaren 90 had het bedrijf hier succes mee. Zo werd tussen 1990 en 1993 het team van Penske vier jaar op rij verslagen door een Lola-chassis van een ander team in het C.A.R.T. kampioenschap.
Ook in de Formule 1 wist Lola in die jaren bescheiden successen te halen. Het team van Larrousse maakte gebruik van door Lola gebouwde chassis’ en behaalde daar in 1990 met Aguri Suzuki zelfs een podiumplaats mee.
Verkeerde timing en sponsor voor Formule 1-avontuur
Het leek halverwege de jaren 90 dus helemaal niet zo’n gekke gedachte om een volledig eigen Formule 1-team te beginnen. In 1995 kwamen de eerste plannen op tafel om in 1998 aan het wereldkampioenschap Formule 1 mee te doen. In de tussenliggende jaren zou het team echter tegen onoverkomelijke problemen aanlopen.
Ten eerste had men te maken met de ongelofelijk snelle ontwikkeling van de sport zelf. In een rap tempo werden de teams professioneler en werd het onmogelijk om met een klein budget nog mee te kunnen komen. Terwijl de topteams windtunnels bouwden, verdween tussen 1993 en 1996 daardoor een groot deel van de kleine teams.
Daarnaast had Lola een ongeduldige sponsor aangetrokken, waarvan het bestuur geen idee had hoe Formule 1 in zijn werk gaat. Mastercard dwong Lola om hun debuut een jaar eerder te maken en dus verscheen het team in 1997 in Melbourne met een auto die nog nooit een windtunnel van binnen had gezien.
Eén weekend in de schijnwerpers
Hoewel het team met Ricardo Rosset en Vincenzo Sospiri zeker geen groot talent had aangetrokken, was het toch vooral de auto die ervoor zorgde dat zij tijdens de kwalificatie voor de Grand Prix van Australië maar liefst twaalf seconden te langzaam waren en zich niet wisten te kwalificeren. Zelfs de F3000-auto’s van Lola bleken later in een test sneller.
Omdat Mastercard een belachelijke financieringsconstructie had bedacht, waarbij sponsoring al vanaf de eerste race afhing van het resultaat, kon Lola tijdens de tweede Grand Prix in Brazilië al geen poging meer wagen. De chassisbouwer was in één klap failliet en moest gered worden door een Ierse zakenman. Dit lukte, maar als Formule 1-team kwam het nooit meer terug.