Marko houdt hoop op race in Baku: "Het helpt dat het een dictatuur is"
Helmut Marko schoof vorige week niet onder stoelen of banken dat hij graag had gewild dat de race in Australië gewoon door was gegaan. Ook nu hij gedwongen thuiszit wegens het COVID-19 coronavirus uit hij de wens dat het hele circus zo snel mogelijk weer op gang komt.
Marko en Red Bull Racing werden in Australië uiteindelijk ‘overruled’ door het bestuur van Daimler die vanuit Stuttgart Toto Wolff dringend verzochten om toch van racen af te zien. Het was een beslissing die op het laatste moment genomen werd en leidde tot ontevredenheid bij Helmut Marko. Tegenover Sport 24 reageert hij hier dan ook nog steeds een beetje cynisch op.
Marko wilde in Australië voorbeeld stellen
“Ik ben vrijwel onmiddellijk uit Australië teruggevlogen, via het vliegveld van Dubai, op dat moment een corona-hotspot. Een grote groep mensen met allerlei nationaliteiten werden daar in een kleine ruimte samengepakt. Als je daar niks oploopt, dat weet ik niet waar wel.”
Marko gelooft nog steeds dat het goed was afgelopen als de Grand Prix op Albert Park gewoon door was gegaan. “Ik hoopte dat de Formule 1 een voorbeeld zou stellen. Wij [Red Bull] waren er in ieder geval klaar voor. In Indianapolis 2005 zijn er ook maar drie teams gestart. Ik denk dat een groot deel van de teams gewoon had meegedaan als wij op vrijdag naar buiten waren gegaan.”
Marko heeft goede hoop voor Baku
Het zal dus geen verrassing zijn dat het F1-seizoen 2020 zo snel mogelijk hervat wordt als het aan de 76-jarige Oostenrijker ligt. Op dit moment staat de Grand Prix van Azerbeidzjan als eerste Grand Prix van het seizoen gepland. Hoewel rond die race ook de nodige onzekerheid heerst, houdt Marko goede hoop dat het gewoon doorgaat.
“Baku is op 7 juni. Dat is nog ver weg, heeft weinig toeschouwers en is bovendien een dictatuur, dat helpt met dit soort gevallen altijd wel. Ook de Grand Prix van Oostenrijk op 5 juli moet gewoon doorgaan. Onze marketingactiviteiten beginnen halverwege mei en die plannen blijven nu nog gewoon staan.”