Achtergrond: Vettel was niet de eerste kampioen die Ferrari moest verlaten
Sebastian Vettel zal in 2020 zijn laatste seizoen rijden in het rood van Ferrari. Het is echter niet voor het eerst dat op een vervelende manier afscheid moet nemen van een oud wereldkampioen.
Surtees
In 1964 al, dook er een bijzonder verhaal op. John Surtees werd namelijk op de vooravond van de 24 uur van Le Mans ontslagen. Ferrari had namelijk het vermoeden dat Surtees geheimen doorgaf aan Lola of deze voor zichzelf hield om later de sprong te maken naar de F1 met een eigen team.
Lauda
Iets meer dan een decennium later, in 1975, bracht Niki Lauda de wereldtitel terug naar Ferrari in Maranello. Lauda voelde zich verraden na de brand op de Nürburgring, omdat Ferrari sceptisch leek over zijn herstel. Lauda verkaste in 1978 van Ferrari naar Brabham, dat op dat moment met Alfa Romeo motoren in de F1 reed. Voor Ferrari werd die scheiding als verraad ervaren.
Prost
Alain Prost wilde na 1991 niet meer verder met Ferrari. Hij noemde de Ferrari van dat jaar een vrachtwagen, terwijl hij bedoelde dat de auto moeilijker rijden was dan een vrachtwagen. Dit was echter de laatste strohalm en Prost mocht vertrekken.
Alonso
De laatste keer dat een Ferrari-coureur vertrok op een vervelende manier was Fernando Alonso. De Spanjaard behaalde in 2010 en 2012 tweemaal bijna het wereldkampioenschap met de Scuderia maar werd beide keren nipt verslagen door rivaal Sebatian Vettel. Ook vond Alonso de verandering aan de top maar niks en toen bouwde Ferrari tot overmaat van ramp ook nog eens één van de slechtste Ferrari’s van de afgelopen 20 jaar in 2014. Alonso vertrok voor een tweede avontuur bij McLaren en zei: “Ik wil niet in een team blijven dat als het zo doorgaat hooguit naar de tweede plaats kan streven.”