Mol over toekomst van Renault: “Alonso vindt dit geweldig”
Met het vertrek van Daniel Ricciardo bij Renault aan het einde van het seizoen komt er alweer een einde aan de roemruchte samenwerking die in de zomer van 2018 werd aangekondigd. Ricciardo vertrekt naar McLaren en daardoor heeft het Franse team nu een stoeltje vrij. Een naam die veelvuldig met het team in verband wordt gebracht is natuurlijk Fernando Alonso. Maar is dat de juiste keuze voor het team? We spraken hierover met Olav Mol, commentator bij Ziggo Sport.
Flavio Briatore
GPBlog sprak eerder deze week met Olav Mol over zijn aanwezigheid in de nieuwe F1 2020 game van Codemasters. Tegelijk grepen we de mogelijkheid aan om even te praten over de laatste ontwikkelingen nu silly season volop aan de gang is. Fernando Alonso terug in de Formule 1 is een denkbaar scenario, maar of het er ook daadwerkelijk van gaat komen zal enkel de toekomst uitwijzen. Als het aan Alonso ligt, keert hij zeker terug, want dat is nu eenmaal de natuur van de Spanjaard. Die wil alleen maar racen, zegt Olav.
“Dat is typisch Fernando Alonso, die vindt dit geweldig”, en degene die daarbij de geruchten wat doet aanwakkeren is Flavio Briatore, “die stookt het vuurtje dan even op. Wat wel opvallend was, was dat er een dag voordat het hele Ricciardo, Sainz en Vettel verhaal naar boven kwam, er ineens een tweetje was van Renault. Met allemaal blauw en de overwinning van Fernando Alonso in het blauw en hij reageerde daarop. Dus het kan best zijn dat daar toch een soort voorbode in ligt. Laat ik het anders zeggen: ik denk dat heel veel fans in de wereld ontzettend blij zullen zijn als hij het weer zou doen.”
Met Renault wist Fernando Alonso twee wereldtitels in de wacht te slepen, dus terugkeren bij het team dat de Spanjaard successen heeft gebracht klinkt logisch. Maar de vraag is natuurlijk of het wel echt de juiste keuze is. Olav denkt er het zijne van: “Of Renault daarvoor (terugkeer, red) de plek is voor hem, dat weet ik uiteindelijk niet, want dan zit hij bijna op het punt van ‘zie je wel, ik kan toch nog terugkomen wanneer ik wil en wel bij een fabrieksteam’.” En de vraag die vanuit dat licht opgeworpen kan worden is natuurlijk of je dat als team wel wil.
Jong duo
Met Esteban Ocon heeft Renault nu een jonge coureur onder contract staan en het kan best zijn dat daar nog een jongeling bij komt. Er zijn wat talenten te vinden in de lagere klassen en misschien is dat interessanter. Zo stelt Olav hypothetisch: “Misschien dat Renault ook wel de keus maakt – in wezen die Ferrari gemaakt heeft, na alle jaren met wel bewezen coureurs en vaste kampioenen die de rijdersbezetting neerzetten, nu met Leclerc (en Sainz) voor twee jongelingen kiest. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat als Ocon lekker z’n ding doet het komende jaar en die doet Ricciardo verbleken, dat ze (Renault) dan toch denken: ‘We moeten Christian Lundgaard dat plekje geven of we moeten omwille van de zaken in China voor de toekomst Guanyu Zhou daar wellicht neer gaan zetten’.”
Fernando Alonso is een zeer getalenteerd coureur, dat staat als een paal boven water, maar hij is op leeftijd en is natuurlijk een stuk duurder dan jongelingen. Tegelijkertijd beaamt Olav dat het werkelijk alle kanten op kan gaan, want we hebben in de historie situaties gezien die je niet zou verwachten. “Je hebt toch een aantal van die coureurs, en dat zie je in het verleden wel vaker, die misschien in de Formule 2 helemaal niet de sterren van de hemel rijden. Maar dat ze op het moment dat ze in de Formule 1 komen, dat het in één keer past, dan lukt dat en dan gaan er dingen die er in vorige klassen niet waren nu ineens wel werken. Zo zijn er ook voorbeelden van jongens die kampioen zijn geworden in de Formule 2, Nyck de Vries, die uiteindelijk als kampioen zijnde toch niet opgeroepen worden. Het gaat nooit helemaal precies om wie je bent en wat je kunt.”
Daarmee is het een interessante discussie, want wat is het beste voor Renault? Er zijn veel opties voor het Franse team en dat is ook waarom ze zich op dit moment niet al te druk maken.
Toekomst van Renault
Hoe de rijdersbezetting te zijner tijd ook zal zijn, het zorgt in ieder geval voor genoeg reden om Renault in de gaten te blijven houden. Toch kunnen we er niet omheen dat het vorig jaar een wat pijnlijke vertoning was. De topcoureur Daniel Ricciardo werd binnengehaald, het team liet blijken alles goed voor elkaar te hebben en aan zelfvertrouwen ontbrak het niet. Uiteindelijk hebben ze het afgelegd tegen McLaren die uitgerekend met Renault-motoren het Franse fabrieksteam te snel af was. Waar ligt dat aan? Misschien tijd voor wisseling van de wacht door Cyril Abiteboul te vervangen? Te kort door de bocht, zo blijkt uit de woorden van Olav.
“Je ziet soms in de voetbalwereld dat het wisselen van een trainer in dit geval een schokeffect zou kunnen brengen. De Formule 1 leeft denk ik op een andere manier. Of Abiteboul de juiste man is, dat kan ik lastig inschatten. Ik weet wie hij is en wat hij doet.” Bovendien verdient de man zeker wat krediet, gezien hij een aantal problemen heeft aangepakt, Olav: “Hij heeft natuurlijk in alle realiteit de laatste jaren vanuit Viry-Châtillon (Frankrijk) de motoren wel beter én betrouwbaarder gemaakt. Dat is een voldongen feit.”
Wel heeft Olav een idee waar het aan zou kunnen liggen en hierbij trekt Olav een interessante vergelijking naar de andere (fabrieks)teams. “Ik denk dat zij ontdekt hebben dat toch een fabriek in Engeland en een motorfabriek in Frankrijk hebben… met alle moeilijkheden die daar tegenwoordig bij horen, dat het toch lastiger is dan je zomaar denkt. Mercedes zit niet voor niets ook bij zijn eigen team en uiteindelijk zit Ferrari ook gewoon bij zijn eigen team. Honda heeft een deel van hun productie ook gewoon weer naar Engeland naar hun eigen team van Red Bull gebracht. Ze zitten wel iets verder bij AlphaTauri vandaan.”
“Ik denk dat het meer in het ontwerp van de auto daadwerkelijk zit, dus hij (Abiteboul) had dus een jongen – het is al een tijd geleden dat dat naar voren gekomen is – als James Key, die had hij misschien wel binnen moeten halen toen hij bij Toro Rosso wegging.” Maar dat is nu makkelijk praten wat Olav ook duidelijk benadrukt: “Het is zo makkelijk om achteraf weer dingen naar boven te fietsen. De toekomst zal leren of ze het lek bovenkrijgen. Ze hebben steeds hun doelen bijgesteld, dus ik hoop dat ze dit jaar een keer dat podium kunnen gaan halen en dan Daniel Ricciardo daar, dat lijkt me wel lachen”, besluit Olav met een grote grijns.