Mercedes had voordeel: 'Zolang Verstappen niks doet, doen wij het ook niet'
De Eifel Grand Prix leek na de openingsfase een gevecht te worden tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Voor een korte periode wist de Nederlander nog aan te haken bij het tempo van de regerend wereldkampioen. Na een aantal rondes reed Hamilton echter weg bij Verstappen, waarna het vrij duidelijk was wie de macht had op de Nürburgring.
Doordat beide trainingen op vrijdag in het water vielen, moesten de teams het doen met een uurtje op zaterdag, voor de kwalificatie. Daardoor was er weinig kennis over de banden, wat voor veel vraagtekens zorgde bij de teams over een eenstopper of tweestopper. “We hadden een goede marge ten opzichte van Verstappen en we reden beide op dezelfde band die we tijdens de VSC gewisseld hebben”, legt James Vowles uit in de debrief van Mercedes.
Gewoon Verstappen volgen
“De vraag is of we ook zonder die safety car twee stops zouden maken. Die vraag speelde ook bij ons, van de 35e ronde tot de 40e ronde. We wisten niet goed hoe de banden zich zouden gedragen, omdat we er maar tien rondjes op reden in de derde vrije training”. Die beperkte data zorgde er dus voor dat er veel vraagtekens stonden bij de hoeveelheid stops die gemaakt moest worden.
“We zagen na de eerste stop wel dat de banden niet veel slijten, waardoor we net wel een eenstopper konden uitvoeren”. Die beperkte slijtage was niet de enige reden dat Mercedes uiteindelijk voor een eenstopper ging. “Onze gedachte was: ‘Zolang Verstappen niet stopt, hebben wij ook geen verplichting om te stoppen’. Onze slijtage was beter en als Verstappen voor een extra stop ging, dan konden wij gewoon de ronde daarna volgen”, aldus Vowles.