Grosjean dacht aan Lauda in brandende auto: “Ik wilde niet zo eindigen”
Romain Grosjean heeft voor het eerst sinds zijn heftige ongeluk tijdens de Grand Prix van Bahrein gesproken over zijn ontsnapping uit de brandende auto. De Haas-coureur bracht maar liefst 28 seconden door in het brandende wrak.
Een eeuwigheid
Het duurde net geen halve minuut, maar voor Grosjean leek het een eeuwigheid. "Ik bleef 28 seconden in de vlammen, maar het leek veel langer, want ik probeerde drie keer uit de auto te komen. Na dit ongeluk ben ik blij dat ik nog leef", vertelt de Fransman in een interview met TFI en LCI.
"Om uit de stoel te komen, kon ik mijn veiligheidsgordel verwijderen", voegt hij eraan toe. "Het stuurwiel was er niet meer, het vloog er waarschijnlijk af tijdens de botsing." Tijdens de crash verloor Grosjean ook zijn linkerschoen. "Uiteindelijk waren mijn handen verbrand en had ik een flinke verstuiking, ik dacht dat ik mijn voet had gebroken."
Ongeluk van Lauda
Terwijl hij in zijn brandende Haas zat, ging er van alles door hem heen. "Ik zag dat mijn vizier helemaal oranje was en de vlammen om me heen." Ook moest hij denken aan een ander F1-ongeluk. “Het ongeluk van Niki Lauda kwam in me op. Ik wilde niet zo eindigen. Ik moest eruit voor mijn kinderen."
Inmiddels herstelt Grosjean goed van zijn verwondingen en blijft hij uit voorzorg nog een nachtje in het ziekenhuis in Bahrein. "Ik was meer bang voor mijn familie, mijn kinderen in de eerste plaats, maar ook mijn vader en mijn moeder", vertelt Grosjean. "Ik was niet echt bang voor mezelf. Ik zag de dood aankomen, ik had geen andere optie dan daar weg te komen."