McLaren-Mercedes in 2021: Titel te hoog gegrepen, maar moet Red Bull oppassen?
In 2021 keert een oude succesformule terug op de F1-grid: McLaren-Mercedes. Vanaf eind 90 tot het moment dat Mercedes besloot met een eigen fabrieksteam aan de Formule 1 mee te gaan doen, waren de twee merken bijna een synoniem van elkaar. Kan deze combinatie gouden tijden doen laten herleven?
In 2021 vermoedelijk nog niet. We moeten niet vergeten dat McLaren aan het begin van deze eeuw fabriekssteun kreeg van Mercedes. Motorsportbaas van Mercedes, Norbert Haug, zat destijds niet voor niets altijd naast Ros Dennis aan de pitmuur.
Dit keer is McLaren niet meer dan een klantenteam. Ook in die rol hebben zij tussen 2010 en 2012 nog successen geboekt, maar de ontevredenheid over het feit dat ze toch tweede keus waren, gaf uiteindelijk de doorslag om een samenwerking met Honda aan te gaan. In de hoop een gat te slaan met de concurrentie dankzij een andere krachtbron.
Derde plaats is het doel, met stille hoop op meer
Nu is men in Woking dus terug bij af en om Mercedes te verslaan, zal McLaren een chassis moeten bouwen dat minstens even goed is. Aangezien het reglement voor 2021 relatief weinig verandert, is de kans bijzonder klein dat zij het gat naar de kop in die zin kunnen overbruggen. Dat heeft het team zelf ook toe.
Het beste waar McLaren eigenlijk op kan hopen dit seizoen is een terugval van Red Bull Racing. Vorig seizoen hebben we gezien dat Mercedes ondanks hun voorsprong nog altijd meer vermogen uit de krachtbron kan halen, ook in relatie tot de concurrentie.
Als dat dit seizoen weer gebeurt, heeft Red Bull Racing een serieus probleem. Aston Martin, maar vooral ook McLaren moet dan in staat worden geacht om de strijd met Verstappen en Perez aan te gaan. McLaren krijgt met hun overstap van Renault naar Mercedes namelijk evengoed al enkele paardenkrachten cadeau.