Leven als F1-coureur valt mentaal zwaar: 'Je wilt opvallen in deze sport'
Daniel Ricciardo heeft bij McLaren een zwaar half jaar achter de rug. De Australië had veel moeite om te wennen aan de oranje bolide en dus duurde het ook lang voordat hij mee kon vechten met zijn teamgenoot Lando Norris. Na de zomerstop is Ricciardo echter in vorm gekomen en kroon op het werk is de overwinning in Monza vorige week zondag.
De winst kwam na een periode met veel zware dagen, zo legt de McLaren coureur uit op de site van het Britse team. “Er zijn zeker momenten geweest dat de motivatie heel laag was. De resultaten werden gewoon niet behaald en voor mij was het onduidelijk waarom het niet gebeurde. Die dagen waren echt niet leuk. Ik wil niet racen om maar een van alle coureurs te zijn. Ik race om te winnen en successen te behalen en om de gast te zijn die iedereen leuk vindt."
Leren omgaan met teleurstellingen
Tot Monza had Ricciardo veel van zulke mindere dagen, met als dieptepunt Hongarije. Hij leek daar op weg om een goede klassering te behalen, doordat Valtteri Bottas voor veel problemen zorgde in de top van het veld. Hij werd echter ongelukkig geraakt door Charles Leclerc, waardoor hij uiteindelijk als elfde afgevlagd werd. “Dit jaar zijn er wel meer van zulke dagen geweest waar ik niet echt gemotiveerd was. Maar ik heb dat soort dagen in eerdere jaren ook gehad en, misschien ben ik wel de enige die dit toegeeft, maar het is ook gewoon onderdeel van de sport."
”Je kans om te winnen in deze sport is waarschijnlijk lager dan in elke andere sport. In de meeste teamsporten win je 50 procent van de wedstrijden, maar er is geen enkele coureur die 50 procent van de races heeft gewonnen in F1. Je komt in deze sport, wetende dat je veel mindere dagen gaat hebben, maar dat zorgt ervoor dat je goede dagen nog beter worden“, sluit Ricciardo af.