Charles Leclerc en
Carlos Sainz maakten er afgelopen seizoen het beste van, ook al was de
Ferrari bepaald geen hoogvlieger. Niet zo vreemd, want van veel doorontwikkeling was geen sprake. De Italianen richtten zich al vroeg in het seizoen op de auto van 2022. Dus moesten de twee coureurs behoorlijk op de limiet rijden om aansprekende resultaten te behalen.
Veel schade
Dit leidde meer dan eens tot een crash van Leclerc of Sainz. In totaal belandde het duo tienmaal in de muur of het gravel, omdat ze de limiet van de auto opzochten. Al die schade leverde
Ferrari een flinke kostenpost op. Er zijn teams die de coureurs vervolgens keurig vragen iets voorzichtiger te zijn. Niet Ferrari, zo meldt
Auto, Motor und Sport.
“We hebben onze coureurs aangemoedigd om de grenzen op te zoeken”, zegt racedirecteur Laurent Mekies.
Dat klinkt een beetje vreemd. Toch geeft Mekies aan dat het zoeken van de limiet - en het soms eroverheen gaan - Sainz en Leclerc tot grotere hoogten stuwde. Bovendien was er weinig ontwikkeling aan de auto. De kosten die daarmee werden uitgespaard, konden geïnvesteerd worden in reserve-onderdelen.
“Dat wordt anders in 2022. We hebben al het geld nodig voor de ontwikkeling van de auto."Verre afstand
Ferrari eindigde dit seizoen als derde bij de constructeurs, maar wel op verre afstand van Mercedes en Red Bull. Een overwinning kwam er ook dit jaar niet. Wel stond Sainz viermaal op het podium. Teamgenoot Leclerc moest het doen met één podiumplek.