Helmut Marko blikt vooruit: "Drie Honda-motoren te weinig voor heel seizoen"

Met een motor van Renault achterin de RB14, kon Red Bull afgelopen seizoen meerdere podia pakken en een aantal overwinning binnenhalen. Dat terwijl het andere klantenteam van de Fransen, McLaren, al blij mocht zijn als het een wagen in Q2 wist te krijgen op de zaterdag. Red Bull-adviseur Helmut Marko kijkt naar zijn ‘concurrenten’ en legt de vinger op de zere plek. Ook blikt de Oostenrijker nog even vooruit naar de samenwerking met Honda, die zeker in 2019 nog wat werk nodig heeft.

“We hebben de McLaren in sommige races tot twee keer toe ingehaald. Kijk maar naar de race op Spa afgelopen seizoen. Natuurlijk waren ze sneller in een bocht, maar op de rechte stukken totaal niet. Ze reden met de volledige achtervleugel! Als je op zo’n manier gaat rijden, zal je nooit goede resultaten behalen. Je moet er echt voor gaan en de rondetijd in gedachten houden. Daar is waar het om draait, niet hoe snel je in de bochten bent”, meent Marko in gesprek met Motorlat.

Op een circuit als Spa rijdt Red Bull geregeld met een veel kleinere spoiler om zo op de rechte stukken net wat sneller te zijn. Dat gaat dan wel ten koste van snelheid in de bochten, maar op een powertrack als Spa is dat voor de Oostenrijkse renstal een no-brainer.

Waar Marko nu nog de vergelijking kan trekken met McLaren, zal het volgend seizoen enkel de eigen prestaties kunnen vergelijken met die van zusterteam Toro Rosso. De pruttelende krachtbron van Honda ligt vanaf 2019 achterin de RB15 en hoewel de data er vooralsnog goed uitziet (volgens Marko tenminste), weet de adviseur ook dat het hier en daar nog beter kan.