Net als vorig jaar werd de Grand Prix van Italië op het pijlsnelle circuit van Monza er weer eentje met grote verrassingen. Waar de vorige editie na een samenloop van rare omstandigheden werd gewonnen door
Pierre Gasly, met de toen nog voor
McLaren rijdende
Carlos Sainz in zijn kielzog, wist het papaya-oranje team dit jaar een heuse P1 en P2 te pakken in Lombardije.
Blij voor Ricciardo
Daniel Ricciardo was, na een lange afwezigheid van het podium, de gevierde man bij
McLaren, al zal de crash tussen
Max Verstappen en
Lewis Hamilton hem ook niet verkeerd zijn uitgekomen. De sympathieke Australiër reed vanaf de start naar P1 en zo kwam hij ook over de eindstreep. Na een mislukt avontuur bij Renault en een, tot dusver, tegenvallend seizoen bij McLaren, waar teammaat
Lando Norris hem meestal de baas is, was dit een flinke opsteker voor Ricciardo.
Want waar Norris de resultaten aan elkaar rijgt, de jonge Brit staat momenteel 4e in het kampioenschap, daar bleven de resultaten van Ricciardo wat achter: de voormalig teamgenoot van Verstappen was verantwoordelijk voor ‘maar’ 83 van de in totaal 215 punten die McLaren bij elkaar wist te sprokkelen. Toch heeft Ricciardo altijd de gunfactor, en zo ook bij
Ferrari-concullega
Charles Leclerc:
“Ik ben erg blij voor Daniel. Het was mooi om de Daniel van de afgelopen jaren eindelijk weer terug te zien,” zo verklaart de Monegask bij
Formule1.nl.Probleem voor Ferrari?
Leclerc geeft dan ook toe dat de plotseling wederopstanding van Ricciardo weleens een slechte zaak zou kunnen zijn voor
Ferrari, wanneer McLaren opeens over twee rijders beschikt die naar het podium kunnen rijden. Het accentueert nog maar weer eens de noodzaak voor het Italiaanse team om resultaten te behalen.
“Dit pusht ons om te proberen elk weekend perfect te presteren, en dat is ook precies wat we de komende weekends willen doen,” aldus Leclerc.