Waar de motorafdeling van
Renault in Viry vorig seizoen de wind van voren kreeg van
Max Verstappen, begint het seizoen zonder
Red Bull als klant ook niet heel soepel. De tweede Franse MGU-K heeft de geest al gegeven en ook een technisch defect bij de auto van
Nico Hulkenberg bezorgde Renault een DNF. De Duitse pechvogel zelf neemt het echter op voor zijn ‘collega’s in de fabriek’.
“Het is niet alleen moeilijk voor mij, maar voor iedereen”, citeert
Motorsport-Total de Duitser. “
Op zulke momenten realiseer je je dat de Formule 1 een teamsport is. De jongen die in Viry aan de motor werken, zullen wel depressief zijn op dit moment en dan heeft het geen enkele zin om hen nu de wind van voren te geven.” Toch kan ook Hulkenberg niet ontkennen dat de betrouwbaarheid van de motoronderdelen van Renault voor het zoveelste jaar op rij een pijnpunt zijn. Zelfs met één klantenteam minder, is dat in 2019 wederom duidelijk te zien.
“We hebben de problemen inderdaad niet voor de eerste keer en we willen dat we het zo snel mogelijk onder controle krijgen. Ik denk dat we in een goede positie zitten ten opzichte van de rest van het middenveld, maar we moeten de auto blijven ontwikkelen om die plek ook te behouden.”
Het voordeel van Renault is dat ook de andere teams in het middenveld de nodige problemen hebben gehad. Het Franse fabrieksteam staat met zes punten uit twee races op P7 bij de constructeurs, slechts drie minder dan
Alfa Romeo op P4. De grootste concurrent van Renault,
Haas, kende ook geen foutloze raceweekenden en staat daarom met slechts acht punten op P6.