Analyse | Uitdaging van de F1: groei, zonder verlies van de menselijke maat

De Formule 1 groeit als kool. Overal ter wereld staan organisatoren in de rij om in hun land een Grand Prix te organiseren. Meer races betekent meer exposure, meer fans én meer inkomsten (om een misverstand te voorkomen: niet alleen voor de Formule 1-organisatie, ook voor de teams). De F1 beseft dat werken in de koningsklasse van de autosport steeds uitputtender wordt, dus wordt er opnieuw nagedacht over hoe de werkdruk te verlichten.

Stefano Domenicali is inmiddels 58 jaar oud. Vader van vier kinderen en CEO van Formule One Management (FOM). Jaarlijks reist de Italiaan meermalen de wereld over met en voor het miljardencircus dat hij tegenwoordig leidt. Tijd om rustig op de bank te zitten is er nauwelijks, elk weekeinde wordt Domenicali wel ergens verwacht.

Grens in zicht

Het lijkt de voormalig teambaas van Ferrari allemaal eenvoudig af te gaan; vergadering hier, race daar, handen schudden elders. De CEO klaagt nooit, stapt telkens opnieuw in dat vliegtuig op weg naar een nieuwe afspraak. Daarmee behoort Domenicali langzaam tot de minderheid. Voor een deel van de mensen die werkzaam in de Formule 1 zijn, komt de grens van het betamelijke in zicht.

Ga maar na: 23 Grands Prix (volgend jaar 24) plus de wintertest, zo lang duurt een seizoen tegenwoordig. Denkend aan de doubleheaders en zelfs een enkele tripleheader, verblijft het teampersoneel meer dan een halfjaar van huis, weggestopt in een hotel. Jaar in, jaar uit. Werken in de Formule 1 eist zijn tol. Op het gezinsleven (als dat er al is) en zeker ook de fysieke gesteldheid. Monteurs in de Formule 1 maken geen dagen van negen tot vijf, het is keihard werken.

Manier om de boterham te verdienen

Wellicht bestaat er de veronderstelling dat het geld veel vergoedt, maar het leeuwendeel van het personeel ontvangt een ‘normaal’ salaris. De topontwerper, de teambaas en de coureurs zijn zowat de enigen die multimiljonair kunnen worden van hun werkzaamheden in F1. Voor de rest is het simpelweg een manier om de kost te verdienen. Natuurlijk, veel fans zouden hun arm inleveren om onderdeel van de F1 te mogen zijn. Eenmaal onderdeel van het circus zijn, is beduidend anders dan er vanaf de zijlijn naar kijken.

“We respecteren het juiste evenwicht [van privé en werk] in het leven, maar we moeten ook niet te vergeten dat we gezegend zijn dat we deel uitmaken van dit systeem [de Formule 1]”, zei Domenicali onlangs tegen Speedcafe. “Niemand dwingt je om dit werk te doen. Het is geen militaire dienst. Je doet dit, omdat je het leuk vindt.”

Maatregelen onderzocht

Toch beseft Domenicali dat de grens van de wereldwijde expansie van de Formule 1 onder de huidige mogelijkheden in zicht is gekomen. Het aantal van 24 Grands Prix (hoewel het maximale aantal van 25 toegestaan is, zo is afgesproken in de Concorde Agreement) is (voorlopig) het maximum en bovendien kijkt FOM nadrukkelijk naar het clusteren van races - dus niet van hot naar her vliegen, maar per regio de kalender afwerken. Dat laatste zou de reistijd danig moeten beperken.

Een derde manier om het welzijn van het personeel te verbeteren is volgens Domenicali de inzet van meer mensen. “Een rotatie-systeem, met meer mensen die hetzelfde werk kunnen doen. Dat is een deel van de oplossing om als sport te groeien, iets waar iedereen baat bij heeft.” Op het eerste gezicht een nobel idee, maar er zitten een paar haken en ogen aan.

Haken en ogen

Om te beginnen financieel: onder de huidige budgetcap-regels meer personeel aannemen, betekent dat de spreekwoordelijke taart onder meer mensen verdeeld moet worden. Ofwel het huidige personeel moet het doen met minder salaris om de extra krachten te financieren, iets waar niemand om staat te springen. Optie twee is om de budgetcap omhoog te schroeven, met als gevolg dat de inkomsten dienen te worden verhoogd. Dat kan enerzijds door het proberen binnen te halen van nieuwe sponsoren óf het houden van meer Grands Prix. In het laatste geval gaat het deel van de paddock steigeren dat niet inwisselbaar is, zoals de coureurs.

Met de populariteit van de Formule 1 op een absoluut hoogtepunt, is het logisch het ijzer te smeden nu het heet is. De uitdaging is hoe dat exact vorm te geven. Domenicali en de teams staan voor een flinke uitdaging, zoveel is wel duidelijk. “De reden waarom we groeien, is omdat ook de teams profiteren van het feit dat we vandaag meer geld kunnen verdienen. Dat kunnen we delen om ervoor te zorgen dat het systeem sterk is voor de toekomst.”

Dus iedereen in de paddock is 'gewaarschuwd'. De belasting gaat zeker niet minder worden de komende tijd.