Magnussen focust op 'keihard trainen': 'Kon nek niet bewegen van de pijn'
Iets meer dan een maand geleden had Kevin Magnussen nog geen flauw vermoeden dat hij zondag op de startgrid van de Grand Prix van Australië zou staan. In feite had hij de Formule 1 helemaal achter zich gelaten, zo vertelt hij bij de In the Fast Lane-podcast.
Na zijn gedwongen vertrek in 2020 ging de Deense coureur verder met zijn leven, in de veronderstelling dat hij nooit meer een terugkeer zou maken in de Formule 1. Niets bleek echter minder waar: door de breuk van Haas met titelsponsor Uralkali raakte Nikita Mazepin zijn zitje kwijt, wat de terugkeer van Magnussen mogelijk maakte.
Magnussen zag terugkeer in F1 nooit meer gebeuren
“Ik had me er echt bij neergelegd dat ik niet meer in de F1 zou rijden”, vertelt de Haas-coureur. Bovendien was hij de motivatie zelf ook een beetje kwijtgeraakt door telkens in de achterhoede van het veld te rijden. Hij wilde weer ergens voor strijden en die wens maakte hij waar in het IMSA SportsCar-kampioenschap, waar hij een race won en meerdere podiums scoorde.
Nu is hij terug in de Formule 1 en lijkt een podiumplaats allesbehalve uitgesloten voor de Deen, die na zijn comeback twee keer ruim in de top tien eindigde. Toen hij gevraagd werd om terug te keren bij Haas zei hij meteen volmondig ‘ja’. “Ik voelde meteen die enorme emotie en opwinding”, onthult Magnussen. “Ik had zoiets van: ‘ik moet dit doen, ik ben te enthousiast.’ Ik had al die gedachten dat ik niet terug zou komen, maar ik ben te enthousiast om nee te zeggen.”
Magnussen gooide meteen hoge ogen bij zijn eerste tests in Bahrein en volgde dat op met een uitstekende vijfde plaats in de openingsrace. Het was alsof hij nooit was weggeweest, echter met één pijnlijk verschil: “Mijn nek was zo stijf dat ik hem niet kon bewegen zonder pijn”, geeft hij toe. De prioriteit voor de Deen ligt nu dan ook bij ‘keihard trainen’.