Deze dominante zege van Verstappen deed de hoop vervliegen bij Leclerc
Voor velen was het na de crash van Charles Leclerc in de Grand Prix van Frankrijk duidelijk dat zijn kansen op de wereldtitel in 2022 zo goed als verkeken waren. Zelf dacht de Ferrari-coureur daar anders over: pas na de dominante overwinning van Max Verstappen in België was hij bereid om te accepteren dat het er niet meer inzat.
Bij de start van het Formule 1-seizoen leek Leclerc nog de favorietenrol aan te nemen, maar door een sterk herstel van Red Bull Racing en een reeks misstappen van zijn eigen team kreeg Max Verstappen enkele races later de overhand. Terwijl Red Bull voortdurend verbeterde werd Ferrari geplaagd door betrouwbaarheidsproblemen, maar het team maakte ook een aantal kostbare fouten.
GP Frankrijk niet het keerpunt voor Leclerc
Ook Leclerc zelf bleef niet foutloos: tijdens de GP van Frankrijk viel hij uit van de leidende positie door een eigen fout, waarna Verstappen onbedreigd naar de zege toereed. Voor velen, waaronder Verstappen, was dit het moment waarop zij ervan overtuigd raakten dat de hoop voor Ferrari vervlogen was. Zelf gaf hij de moed echter niet zomaar op.
De acceptatie kwam voor Leclerc pas op een later moment. “Veel mensen denken dat dit moment de Franse Grand Prix was, maar voor mij was het in Spa”, zegt hij in gesprek met Motorsport.com. De Ferrari-coureur bleef ook tijdens de zomerstop nog geloven dat het mogelijk was om tot het eind van het seizoen in de race te blijven.
De dominante zege van Verstappen op Spa-Francorchamps deed Leclerc echter beseffen dat het ‘heel moeilijk zou worden’. Tijdens het Belgische GP-weekend zag de Monegask voor het eerst dit seizoen een echt superieur tempo bij zijn rivalen, waarna hij kon accepteren dat het er voor Ferrari hoogstwaarschijnlijk niet meer in zou zitten dit jaar.