FIA erkent fouten met 'meatball flag': 'Overcorrectie van onze kant'

De zwart-oranje vlag, ook wel de ‘meatball flag’ genoemd, wordt ingezet wanneer een coureur met schade aan de auto rijdt wat een gevaar voor andere coureurs kan vormen. Bijvoorbeeld doordat beschadigde onderdelen van de auto af kunnen vallen of doordat de auto niet stabiel genoeg meer op de baan staat om de race nog veilig uit te kunnen rijden. 

Het systeem heeft het afgelopen jaar de nodige kritiek gekregen. In totaal is de vlag het afgelopen seizoen zes keer gebruikt, waarvan drie keer voor Kevin Magnussen. Het team van Haas was uiteraard niet tevreden hierover, aangezien het de Deen dwong pitstops te maken die volgens het team niet nodig waren. Grotere controverse kwam nog toen Fernando Alonso na afloop van de race in Austin een tijdstraf kreeg voor een loshangende spiegel, wat hem enkele plekken omlaag dwong. Pas vier dagen na de race werd de uitspraak ingetrokken.

‘Het blijft lastig’

Tombazis erkent nu dat de FIA iets te enthousiast is geweest met het toepassen van de vlag. “We zagen met terugwerkende kracht dat sommige auto’s geen vlag te zien hadden gekregen”, vertelt Tombazis. “We hadden in Baku een situatie waar een auto de baan op ging die dat eigenlijk niet had mogen doen. Daar zaten we simpelweg fout. Dat leidde tot een overcorrectie van onze kant waarbij we auto’s als onveilig bestempelden zelfs als ze nog aan de goede kant van de grens zaten.”

“Het blijft natuurlijk lastig”, vervolgt Tombazis. “Auto’s met serieuze schade moeten we natuurlijk nog steeds naar binnen sturen, zoals Hamilton in Singapore. Maar in 99 procent van de gevallen hebben de teams zelf dat inzicht al en hoeven we eigenlijk niet in te grijpen.”