Saoedi-Arabië wil F1-teams naar Midden-Oosten halen: 'Daar werken we aan'
Saoedi-Arabië wil meer dan alleen een Formule 1-Grand Prix organiseren. Het land hoopt in de toekomst F1-teams naar het Midden-Oosten te halen en heeft onder andere zijn zinnen gezet op McLaren en Aston Martin.
Prins Khalid Bin Sultan Al Faisal, voorzitter van de Saudische automobiel- en motorfederatie, wil gaan concurreren met de Britse autosportwereld. In de regio Midlands en Oxfordshire zijn momenteel zeven van de tien Formule 1-teams gevestigd, evenals 4.300 toeleveranciers.
De prins wil de olierijkdom van zijn land gebruiken om teamleden uit het buitenland aan te trekken en F1-teams aan te moedigen om zich in Saoedi-Arabië te vestigen. Hij hoopt dat het land in de toekomst eigen teams kan oprichten en uiteindelijk een Saoedische F1-kampioen kan voortbrengen. “We hebben grote bedrijven die de toekomst van de autosport kunnen helpen”, zegt hij in gesprek met MotorsportMagazine.com.
Saoedi-Arabië wil een autosportland worden
Op de vraag of hij een F1-team naar het Midden-Oosten zou zien verhuizen, antwoordt hij bevestigend. “Dat is waar we op hopen en waar we aan werken”, zegt Bin Sultan Al Faisal. “Met alle investeringen die we doen in auto's - het particuliere investeringsfonds heeft aandelen in McLaren en Aston Martin gekocht - gaan we die kant op. Hopelijk kunnen we een hoofdkwartier openen en naar Saoedi-Arabië halen.”
Ook het aantrekken van mensen met de juiste kennis behoort tot de opties. Op die manier hoopt de prins dat zijn land uiteindelijk zelf de benodigde auto’s en technologie kan gaan produceren en eigen merken kan creëren. Onderdeel van dat doel is het voortbrengen van een toekomstig kampioen die kan deelnemen aan de Formule 1 of de MotoGP.
“Ons doel is niet alleen om internationale evenementen te hosten, we willen er meer bij betrokken zijn”, vervolgt de prins. Daaronder valt het hebben van eigen ingenieurs, monteurs, teams en coureurs. Om dat te bewerkstelligen wil het land onder meer academies bouwen. “Het is nog een lange weg, maar hopelijk kunnen we tegen 2030, 2035, 2040 onze doelen bereiken.”