Een derde samenwerking tussen McLaren en Honda? Dit is hoe het eerder ging
- Rik Seinen
Recentelijk werd bekend dat er verkennende gesprekken zouden zijn gevoerd tussen McLaren en Honda om vanaf 2026 weer samen te gaan werken. Deze samenwerking zou de derde keer zijn dat de beide partijen een samenwerking aangaan. Voorafgaand aan de auto-onthulling van McLaren kijken we hieronder naar de eerdere twee samenwerkingen tussen Honda en McLaren, en hoe succesvol die pogingen waren.
Eerste fase: 1988-1992
Na twee bijzonder succesvolle jaren met Williams besloot Honda om in 1988 de motoren te leveren voor McLaren. Honda ontwierp een turbomotor, één die dankzij de nieuwe regels op papier langzamer zou moeten zijn. Daar was in de resultaten echter niets van te merken: McLaren-coureurs Ayrton Senna en Alain Prost wonnen vijftien van de zestien races en het team behaalde drie keer zoveel punten als concurrent Ferrari. Hoewel de relatie tussen de beide coureurs bepaald niet geweldig was, viel moeilijk te ontkennen dat McLaren en Honda de dominante partij waren dat jaar.
1989 bleek een herhaling van het jaar daarvoor: Ferrari wist nog drie races te winnen, maar de rest ging allemaal naar McLaren. Zelfs met een volledig nieuwe motor - de turbomotoren werden officieel verboden dit jaar - had Honda nog de beste motor ontwikkeld. De relatie tussen Prost en Senna werd echter nog slechter en Prost kondigde al halverwege het seizoen aan te vertrekken.
De twee jaren daarop won McLaren opnieuw de titel bij zowel de constructeurs als de coureurs, maar de onschendbaarheid van de twee eerdere seizoenen was verdwenen. Williams en Ferrari kwamen gevaarlijk dicht in de buurt van het Britse team, en de titel moest met hand en tand worden verdedigd. In 1992 wist Williams, met Nigel Mansell als coureur, eindelijk de titel weg te kapen bij McLaren. Honda kondigde aan de sport te verlaten aan het einde van het seizoen vanwege een grote economische crisis in Japan.
Tweede fase: 2015-2017
De tweede samenwerking tussen beide partijen leek in de verste verte niet op de eerste. In 2014 had McLaren nog een vrij respectabel jaar waarin het met Ferrari kon strijden om de vierde plek bij de constructeurs, maar met de Honda-motor in 2015 was daar niets meer van te merken. Zelfs met Fernando Alonso en Jenson Button als coureurs, allebei voormalig wereldkampioenen, werd het team uiteindelijk negende bij de constructeurs met slechts 27 punten in het hele seizoen.
De Honda-motor bleek bijzonder onbetrouwbaar en viel maar liefst zeven keer uit. Ook was vrij duidelijk dat de motor niet mee kon komen met de rest van het veld: tijdens de openingsrace finishte Button twee rondes achter de winnaar. Alonso verwees zelfs naar de motor als een 'GP2 engine' toen hij door de Toro Rosso van Max Verstappen ingehaald werd. De motor was duidelijk niet verenigbaar met het ontwerp van McLaren, een bijzonder krap ontwerp wat weinig ruimte overliet voor de motor. Ook moet hierbij vermeld worden dat Honda eigenlijk pas in 2016 weer terug wilde komen, maar McLaren had de Japanse fabrikant ervan overtuigd dit met een jaar te versnellen.
De samenwerking ging in 2016 iets beter en het team wist naar de zesde plaats op te krabbelen. In 2017 viel McLaren echter weer terug naar de negende plaats met alleen Sauber nog achter zich. Nog voor het einde van het jaar maakten de beide partijen bekend de samenwerking niet langer door te zetten. McLaren ging in plaats daarvan een deal met Renault aan. Honda maakte uiteindelijk de overstap naar Red Bull Racing, waar het zoals bekend enorme successen mee boekte.
Derde fase?
Een derde samenwerking lijkt nu mogelijk weer op de agenda te staan. In 2026 gaat er een nieuw motorreglement in en zullen de teams moeten heroverwegen wie ze als motorleverancier willen. In dat kader bracht Red Bull Racing recentelijk Ford weer terug naar de sport en ging Audi een deal aan met Sauber. Honda is een van de zes fabrikanten die zich aangemeld heeft voor 2026, samen met Red Bull Ford en Audi, en oude bekenden Ferrari, Mercedes en Renault. Met de samenwerking tussen Ford en de Red Bull-familie is Honda de enige van die leveranciers die geen team aan zich gebonden heeft. En hoewel er nog het een en ander kan veranderen - Williams, Aston Martin en Haas zouden in theorie ook nog van leverancier kunnen wisselen - zal Honda de kans waarschijnlijk met beide handen aangrijpen om in McLaren een belangrijke partner vast te leggen.
Aan de andere kant van de onderhandelingstafel zal McLaren waarschijnlijk een stuk relaxter zijn. De Britse renstal zit veel ruimer in de keuze dan de Japanse fabrikant. Mocht de deal met Honda niet zijn wat McLaren zoekt, dan kan het doorgaan met de motoren van Mercedes die het nu al afneemt, of kan het team kijken wat het project van Audi te bieden heeft. Voormalig McLaren-teambaas Andreas Seidl vervult daar tegenwoordig de functie van CEO en McLaren zal daar waarschijnlijk met open armen ontvangen worden als ze het gesprek aan willen gaan. Het is zelfs nog mogelijk dat McLaren weer motoren van Renault gaat gebruiken, al is het wel hoogst onwaarschijnlijk dat Renault wil gaan leveren aan het team dat de afgelopen jaren zijn directe concurrent is geweest. Maar met het begin van de gesprekken in deze vroege fase is in ieder geval één ding duidelijk: McLaren wil elke mogelijke optie onderzoeken.