Algemeen

Eerste race Formule E

Evans wint ePrix van Berlijn die niemand wilde leiden

22 april 2023 om 16:08
Laatste update: 22 april 2023 om 20:26

Liefst acht coureurs leidden op enig moment de eerste ePrix van Berlijn dit weekeinde. Dat was een record, net als de 23 wisselingen van de leiding. Het was uiteindelijk Mitch Evans die eerste was op het moment dat echt het telde. De Nieuw-Zeelander van Jaguar pakte de zege voor Sam Bird (ook Jaguar) en Maximilian Günther.

Voorafgaand aan de start vertelde de ene na de andere coureur dat het hebben van de koppositie in de beginfase van de wedstrijd eigenlijk ongewenst was. Als coureur op de eerste plek gebruik je relatief meer energie, terwijl de anderen achter je kunnen sparen dankzij de tow die ze op het nogal specifieke circuit in Berlijn hebben. Het moment dat de lichten op groen gingen, had het er daarom alle schijn van dat niemand de kop wilde pakken.


Memo gemist

Alleen Dan Ticktum had de memo van zijn team blijkbaar gemist. De Brit schoot van zijn startplek, en passeerde de drie voor hem gestarte coureurs (inclusief polesitter Buemi) in de eerste bocht. Blijkbaar wilde NIO toch niet dat Ticktum de anderen in de kaart speelde, dus de Japanners besloten hun coureur op het allereerst mogelijke moment de attack mode te laten nemen. Door de grotere afstand die daardoor door Ticktum overbrugd moest worden, schoof Bird (ongewild) door naar de eerste plek. Ook Bird besloot daarom de attack mode te pakken, zodat Ticktum opnieuw op de eerste plek kwam.

Over de teamradio klaagde Ticktum dat hij te veel energie gebruikte, daarmee eigenlijk aangevend tegen zijn zin voorop te rijden. Wat volgde was een nogal gênante bedoeling, waarbij de gehele kop van het veld betrokken was. Het leek er namelijk op dat de ePrix een sprintetappe in de Tour de France werd, waarbij de rijders elkaar ronde voor ronde aan de kop van het veld afwisselden. Allemaal om zo kort mogelijk vooraan te rijden.



Afgebroken vleugels

Waarschijnlijk kwam de safetycar na twaalf ronden als geroepen. De wedstrijd moest geneutraliseerd worden, nadat René Rast Sergio Sette Camara van achteren aantikte. Dat leverde enkele afgebroken vleugels op. Na de herstart ging de grote tombola verder, met een enorme kopgroep van Mortara, Buemi, Vandoorne, Evans, Dennis, Bird en Ticktum die constant van plek wisselden. Soms leidde dat tot vreemde situaties, zoals bij het attack mode nemen van Mortara. Daardoor kwam Jake Dennis op de eerste plek, al probeerde hij dat te voorkomen door vol in de remmen te gaan (!).

Ook na een tweede safetycar-periode - noodzakelijk nadat Ticktum Vandoorne, Hughes en Nato elimineerde - ging het stuivertje wisselen vooraan onverminderd voort. Pas vijftien ronden voor het einde waren het de beide Jaguars van Mitch Evans en Sam Bird die genoeg hadden van al het gedoe, en overtuigend naar de eerste twee plekken doorschoven. Dit bleek het startsein voor een omslag in denken: in het verloop van de race probeerden de coureurs die de leiding pakten, deze ook daadwerkelijk vast te houden.

Een gefrustreerde Jake Dennis - die niet langs de langzamere Maserati’s kwam - zorgde in de slotfase nog voor opwinding. De Brit ging veel te opportunistisch een bocht in, waarbij hij Antonio Felix da Costa en zichzelf uit de wedstrijd tikte. In een krankzinnig paar extra ronden vanwege de safetycar werkte Evans zich naar de zege, gevolgd door teamgenoot Bird. Op de streep verschalkte Maximilian Günther Buemi voor de derde plaats.