Franz Tost over zijn vertrek: ‘Het is beter als ik mijn mond houd’
Sinds 2005 is Franz Tost teambaas van AlphaTauri (tot 2020 onder de naam Toro Rosso). Het is fair om te zeggen dat de Oostenrijker tot het meubilair in de Formule 1 behoort. Aan het einde van het seizoen neemt hij afscheid van het team, waarmee hij lief en leed deelde.
Achttien jaar is een enorme tijd, zeker in de Formule 1. Constant staan de spotlights op je gericht. Altijd is er de druk van het moeten presteren. Binnenkort valt het allemaal van zijn schouders af. Blij dat het straks voorbij is? Tost ziet het anders: “Nee, mijn schouders zijn nog steeds sterk”, lacht de Oostenrijker, in gesprek met onder andere GPblog. “In het algemeen hou ik van de uitdaging. Ik hou van de druk. Dat was niet het probleem voor mij.”
Jonge coureurs opleiden?
Wat Tost na zijn afscheid van de Red Bull-familie gaat doen, weet hij nog niet. Het opleiden van jonge coureurs zou bijvoorbeeld enorm bij hem passen. “Het is nog niet besloten. Allereerst wil even een stap terug doen, en dan zullen we zien of ik aan een dergelijk project wil meedoen. Er is nog geen keuze gemaakt.”
Eén ding weet Tost zeker: hij gaat zich niet bemoeien met AlphaTauri, zodra Laurent Mekies als zijn opvolger aan de slag is. “Ik ben niet het type persoon om over mijn schouder te kijken en te zien hoe Peter [Bayer] en Laurent het gaan doen. Ze zijn erg goed, en weten wat ze moeten doen. In het begin zal ik er voor ze zijn, een maand of zo, maar dan doe ik honderd procent zeker een stap terug. Ik ben niet iemand die iemand vertelt wat hij moet doen. Dat weten ze. Belangrijk om te zeggen, ik wil dat echt zelf. Het team moet een stap maken, naar een ander niveau gaan. Ik ben er achttien jaar geweest, het is goed geweest.”
Volgens Tost was het altijd zijn idee om nieuwe mensen binnen te halen. Nieuwe mensen betekent nieuwe, frisse ideeën: “De Formule 1 ontwikkelt zich snel. Zij [nieuwe mensen] hebben misschien andere inzichten, en zij moeten het nu doen. Ik ben ervan overtuigd dat ze het zoveel beter dan ik kunnen doen. Daarom is het beter als ik mijn mond houd.”