Analyse | Amerikaanse sponsoren grijpen de macht in de Formule 1
Binnen de Formule 1-wereld is een aardverschuiving aan de gang. Niet langer maken de Europese sponsoren de dienst uit, maar komt een meerderheid van de geldschieters uit de Verenigde Staten. Een analyse over de veramerikanisering van de sport, en welke gevolgen dit heeft voor de toekomst.
Het werd een enorme show, dat kan je wel aan Amerikanen toevertrouwen. Er was niet zomaar een strijkorkestje ingehuurd, nee, dat moest uiteraard onder leiding staan van een internationaal bekende artiest, in dit geval Will.i.am. Dat de goede man allesbehalve een professionele dirigent is, maakte niets uit. Het ging om het plaatje: een groot sportevenement in de Verenigde Staten organiseren, bekent ook het laten invliegen van een aantal sterren. Dat geeft extra status.
Glitter & glamour van de F1
Op de grid verdrongen de bekende Amerikanen zich rondom de F1-wagens. Alles was ‘a-ma-zing!’, terwijl de Venus Williamsen en Vin Diesels van deze wereld zich gretig lieten fotograferen, ongetwijfeld niet in de laatste plaats voor hun eigen Instagram-pagina. En ja, de aanwezige fans op de tribunes vonden het allemaal geweldig. Dit was de glitter & glamour waarmee zij de Formule 1, mede dankzij de successerie Drive to Survive, associëren. Dit is ook het nieuwe gezicht van de Formule 1 waaraan een hoop oudere fans, die het puur om het racen gaat, een gruwelijke hekel hebben.
Het werd bijna vergeten, maar er waren ook twintig Formule 1-coureurs en hun teams die zich opmaakten voor een heuse wedstrijd. Op een twintigtal minuten voor de start van de Miami Grand Prix stonden zij minutenlang in de brandende zon keurig in het gelid, om de show waarin ze zelf vooral als figuranten fungeerden, te aanschouwen. Ze hadden geen andere keuze, dit was een verplicht nummertje van Formula One Management (FOM).
Coureurs niet bijster enthousiast
Na afloop gevraagd of ze genoten hadden, was het antwoord redelijk unaniem: ‘Voor deze keer dan, maar laten we er als Formule 1 geen gewoonte van maken’, werd door vrijwel alle coureurs in ongeveer dezelfde bewoordingen gezegd. Toch is dat geen zekerheid. Liberty Media, eigenaar van de Formule 1, is een Amerikaans bedrijf, en het heeft de sport tot ongekende hoogte doen groeien, juist door deze te veramerikaniseren. Mensen die eerder geen moer om F1 gaven, kopen nu opeens duurbetaalde tickets voor een Grand Prix.
Een nieuw, jonger en mondiaal publiek is aangeboord, en sponsoren staan in de rij. Spomotion Analytics, een Fins bedrijf dat de autosport en zijn sponsors analyseert, kwam afgelopen week tot de conclusie dat nieuwe geldschieters van de teams met name uit de Verenigde Staten komen. Sterker nog, Amerikaanse bedrijven hebben inmiddels de overhand gekregen boven de vijf belangrijkste F1-sponsormarkten in Europa. Dit zijn het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Zwitserland en Frankrijk.
Meer Amerikaanse sponsoren
Meer dan 30 procent van de nieuwe partners/sponsors voor het seizoen 2023 komt uit de Verenigde Staten. Bij de start van het seizoen waren er 105 Amerikaanse bedrijven aan de tien F1-teams verbonden. De vijf kernlanden, zoals eerder genoemd, leverden er in totaal 104. Dat is grotendeels te wijten aan de sponsoren uit Duitsland. Daarvan vertrokken er in de winterpauze liefst zes. Mogelijk dat het afscheid van Mick Schumacher en Sebastian Vettel hierin een rol heeft gespeeld. Overigens, er kwam geen enkele sponsor uit Nederland bij, ondanks de enorme populariteit van Max Verstappen.
Zijn team Red Bull Racing zag juist vanuit de Verenigde Staten het aantal sponsoren flink toenemen. In twee jaar tijd ging het Oostenrijkse team van negen naar achttien Amerikaanse partners, met hoofdsponsor Oracle als de voornaamste. McLaren (25) en Haas (8) zijn de overige teams met de meeste Amerikaanse partners. Zelfs Ferrari - Italiaanser dan dat team krijg je het niet - heeft er zeven.
Een trend die doorzet
De verwachting is dat gedurende dit en volgende seizoenen steeds meer Amerikaanse bedrijven zich aan een F1-team verbinden, vanwege de almaar toenemende populariteit van de klasse in de VS én de inmiddels drie Grands Prix in het land. Een Grand Prix is namelijk een perfecte plek om relaties mee naar toe te nemen, zeker als je daar struikelt over de beroemdheden.
Alpine maakte bijvoorbeeld kort voor de race in Miami bekend een sponsordeal met AutoNation te hebben afgesloten. Even gingen er geruchten dat het autobedrijf ook Alpine wilde overnemen, maar dat bleek onjuist, zo werd gemeld aan GPblog. Wel is een Amerikaanse investeerder geïnteresseerd in (een deel van) de Alpine-aandelen. Bovendien wil Andretti met Cadillac zijn entree maken in de Formule 1. Een puur Amerikaans team, dat een groot deel van de funding uit eigen land zal ophalen.
Een lastige spagaat voor de teams
De toegenomen interesse van Amerikaanse sponsoren en de tegenovergestelde trend onder geldschieters uit Europa brengt de Formule 1-teams in een lastige spagaat. Enerzijds willen de teams hun harde kern in Europa van fans en sponsoren niet verliezen. Tenslotte kunnen Amerikanen enorm wispelturig zijn; zo snel als de interesse voor Formule 1 toenam, net zo vlug kan die ook weer verdwijnen. Tegelijkertijd is sponsorgeld hard nodig, en ‘toevallig’ komt dat nu vaak uit de Verenigde Staten. In dat geval is de tegenprestatie logisch. Dat betekent de Formule 1 inrichten zoals die groep sponsoren dit het allerliefste ziet: veramerikaanst.