Roberto Merhi: de vergeten F1 coureur tussen generaties Alonso en Sainz
Fernando Alonso, Carlos Sainz en Roberto Merhi. Zij vormden gedrieën basis voor Spanje in de Formule 1. De eerste twee zijn nog steeds - op zeer hoog niveau - actief in de F1, terwijl Merhi na één seizoen bij het inmiddels ter ziele gegane Manor voor het grote publiek uit beeld verdween. Vanaf dit weekeinde keert de 32-jarige terug in de spotlights, als hij instapt bij het Formule E-team Mahindra voor de ePrix van Jakarta.
Als er in de autosport een prijs was voor het meedoen aan de meest verschillende raceklassen, dan zou Merhi ongetwijfeld in aanmerking komen voor een podiumplek. Naast de bekende series als Formule 1, Formule 2, het World Endurance Championship (WEC), kwam hij het laatste decennium bijvoorbeeld ook uit in de Tasman Series, GT World Challenge Australia (beide Australië), Super GT en Super Formula Lights (beide Japan). Vorig seizoen keerde hij zelfs terug in de Formule 2, waarin normaliter de aanstormende talenten hun plek vinden.
In Jakarta voegt Merhi dit weekeinde dus een volgende klasse toe aan zijn toch al lange lijst. Zelf moet de Spanjaard lachen, als hem met een grote knipoog voor de voeten wordt gegooid dat hij echt overal achter het stuur heeft gezeten: “Ja, dat is waar”, lacht hij tijdens een exclusief interview met GPblog. “Ik miste de Formule E. Ik had waarschijnlijk geen kans om in IndyCar te rijden. Het zijn waarschijnlijk de twee series die ik miste. Nu ga ik Formule E doen. Laten we kijken of ik in de toekomst ook IndyCar kan rijden.”
Merhi moet even wennen
Kortgeleden deed Merhi mee aan de rookie test van de Formule E in Berlijn. De samenwerking tussen de Spanjaard en Mahindra beviel blijkbaar zo goed, dat het Indiase team Merhi vastlegde als vervanger van Oliver Rowland. “Het is een superleuke serie. Uiteraard ken ik alle coureurs die in de serie racen. Ik heb tegen ze geracet in andere categorieën, F3, DTM, Le Mans en Formule Renault. Het [Formule E] is een Formule-auto, waar ik dol op ben. Het is elektrisch, het is behoorlijk anders dan wat ik gewend ben. Het remmen is anders. Maar ja, het is een leuke serie, en ik ben hier graag,” vertelt Merhi, die de komende dagen vooral moet wennen aan zijn nieuwe omgeving.
“Natuurlijk wordt het moeilijk. Maar in het verleden, toen ik jonger was, kon ik me redelijk goed aanpassen aan een nieuwe serie. Het is duidelijk dat naarmate ik ouder word, ik meer worstel. Toen ik jonger was, sprong ik meteen van de Formule Renault naar de Formule 3. En ik was snel in de eerste tijd. En natuurlijk rijd ik nu niet meer zoveel als vroeger. Ik doe gewoon acht races per jaar met de Super GT. We testen niet veel. En dan heb je natuurlijk elke keer meer moeite om je aan te passen aan nieuwe series.”
Op zoek naar vastigheid?
Merhi is in zijn inmiddels lange loopbaan meermalen op nul begonnen. Juist door lange tijd in een bepaalde klasse te racen, ontstaan vastigheden. Veel coureurs kiezen er daarom voor om - indien mogelijk - voor meerdere seizoenen actief te zijn in een bepaalde klasse.
“Zijnde een professionele coureur, misschien wel”, reageert Merhi op de vraag of dat wellicht voor hem beter was geweest. “Als ervaring in het leven, denk ik van niet. Als coureur wil je alles ontdekken. Je wilt vechten tegen alle coureurs ter wereld. Ik denk dat je daarom professioneel coureur wil zijn. Natuurlijk ben ik aan de ene kant blij en aan de andere kant verdrietig [dat het telkens kortstondige avonturen waren]. Maar ik heb in veel series meegedaan. En ik weet min of meer wat voor soort auto ik leuk vind.”
Spanje autosportland
Terwijl Merhi in Indonesië op jacht gaat naar punten - wat hij zijn doel voor dit weekeinde noemt - rijden aan de andere kant van de wereld twee Spanjaarden hun thuis-Grand Prix. Fernando Alonso en Carlos Sainz stonden ook op de grid toen Merhi voor Manor actief was. “Het is leuk om te zien dat de mensen [in Spanje] de Formule 1 massaal volgen, dat ze de sport nu steunen, waarbij Fernando kan vechten voor podiumplaatsen. Het bewijst dat we goede coureurs hebben in Spanje.”
“Vooral met Fernando en Carlos kunnen we trots zijn op wat ze tot nu toe hebben bereikt. De een rijdt in een Ferrari, de ander in een Aston Martin; twee keer wereldkampioen en met zijn 41 jaar presteert hij [Alonso] nog steeds op een zeer hoog niveau. Alleen, waarschijnlijk is Max degene die er bovenuit steekt. Hij is erg jong en vastberaden. En ja, laten we eens kijken of ze met hem kunnen vechten, dat zal leuk zijn.”
Dit interview is een co-productie met Rubén Gómez van GPblog Spanje