Hoeveel tijd in de windtunnel mogen F1-teams besteden in 2023?
Na de Grand Prix van Canada wordt de balans opgemaakt voor hoeveel windtunnel- en CFD-tijd de F1-teams mogen besteden. Red Bull Racing blijft op hetzelfde aantal staan, Mercedes en Aston Martin verliezen tijd in de windtunnel.
F1 wil kosten besparen
De Formule 1 is sinds het testen werd afgeschaft voor een groot deel afhankelijk geworden van tests in de windtunnel en het computerprogramma CFD. Op deze manier kunnen onderdelen op de wagen naar hartenlust worden getest, maar al enkele jaren wordt dit door middel van reglementen aan banden gelegd.
Door het coronavirus werden de touwtjes helemaal strak aangetrokken. F1-teams zaten tot 2020 op zo’n 65 windtunnel runs per week, maar mochten in 2021 nog maar 40 runs doen. In 2021 werd daar ook nog een schaalmodel aan gekoppeld, om de kleinere teams meer tijd te geven om de top in te halen. Per plek in het kampioenschap kreeg een constructeur 2,5 procent meer of minder tijd in de windtunnel tot zijn beschikking. De koploper in het kampioenschap kreeg 90 procent van de 40 runs, oftewel 36 runs per week. De nummer laatst kreeg 112,5 procent, oftewel 45 runs per week.
Die schaal werd voor het F1-seizoen van 2022 tot en met 2025 nog eens verder aangepast, waarbij de verschillen per plek maar liefst vijf procent zijn. Hierdoor krijgt de kampioenschapsleider maar 70 procent (28 runs per week) en de nummer laatst 115 procent (46 runs per week).
De budgetcapstraf van Red Bull Racing
De eerste helft van het F1-seizoen van 2023 hebben de teams windtunneltijd gekregen op basis van hun uitslag bij de constructeurs in 2022. Red Bull Racing kreeg als kampioen dus de minste tijd in de windtunnel, gevolgd door Ferrari en Mercedes. De meeste tijd kreeg Williams, dat het kampioenschap afsloot als laatste.
Waar het F1-seizoen nog even doorloopt voor het de zomerstop bereikt en we ook nog niet op de helft van het aantal races zitten, wordt de balans nu al opgemaakt. Teams maken ook buiten het seizoen in januari en februari meters in de windtunnel, dus wordt een half jaar gemeten op basis van een half kalenderjaar. Dit betekent dat de nieuwe balans wordt opgemaakt op 30 juni 2023.
Hoewel vrijdag 30 juni het raceweekend in Oostenrijk begon, zijn er op die vrijdag verdeeld. Dit betekent dat de stand bij de constructeurs na de Grand Prix van Canada ook de stand is waarmee de nieuwe windtunneltijd zal worden verdeeld.
Voor Red Bull Racing verandert er niks. De Oostenrijkse renstal staat ruim aan kop en krijgt nog steeds 70 procent op basis van haar plek in het klassement. Red Bull heeft echter nog een straf openstaan voor het overschrijden van de budgetcap in 2021, waardoor het tien procent vermindering krijg op de windtunneltijd. Hierdoor komt de totale windtunneltijd van Red Bull op 63 procent. De straf geldt nog tot en met 26 oktober 2023.
Klap voor Aston Martin
Achter Red Bull zijn er wel verschillen op te merken. Mercedes staat nu tweede en verliest daarmee vijf procent (2 runs per week) aan windtunneltijd. Voor Aston Martin, dat nu derde staat, is de klap nog groter. Als nummer zeven kreeg het tot en met 30 juni 2023 100% van de 40 runs per week, vanaf 1 juli 2023 heeft Aston Martin nog maar 80 procent. Het team levert dus 8 runs per week in en zal goed om moeten gaan met de nieuwe windtunneltijd.
Ferrari is juist een ‘winnaar’ op dit vlak, want de Italianen staan twee plekken lager dan eind 2022 en krijgen dus 4 runs meer per week. Alpine, McLaren en Alfa Romeo zijn één plek gezakt en krijgen daardoor vijf procent meer tijd in de windtunnel. Voor Haas is het status qua, terwijl Williams en AlphaTauri op het laatste moment van plek zijn gewisseld. De zevende plek van Alexander Albon in Canada zorgt ervoor dat Williams nu negende staat en dus vijf procent windtunneltijd verliest. AlphaTauri staat nu laatste en krijgt dus 46 runs per week om de achterstand goed te maken.
Dit bericht op Instagram bekijken